Tandartsen verlenen voorlopig geen medewerking meer aan stages van mondhygiënisten, gericht op het leren boren van gaatjes.
De Associatie Nederlandse Tandartsen (ANT) roept 9.000 tandartsen op om voorlopig geen medewerking te geven aan stages van mondhygiënisten, gericht op het leren boren van gaatjes. De oproep is een reactie op de plannen van minister Bruno Bruins om mondhygiënisten de zelfstandige bevoegdheid te geven om te verdoven, röntgenfoto’s te maken en gaatjes (primaire cariës) te vullen. Mondhygiënisten doen de noodzakelijke praktijkervaring met name op tijdens stages bij tandartspraktijken. Jan Willem Vaartjes, tandarts en voorzitter van de ANT, noemt de maatregel hard maar noodzakelijk: “Met zijn beleid draait de minister het teamconcept de nek om en laat hij de tandartstekorten verder oplopen. Samenwerking tussen mondhygiënisten, tandartsen en assistenten in één praktijk is juist een belangrijke voorwaarde voor goede, veilige en efficiënte zorg. We beseffen dat onze actie pijnlijk is, omdat we hiermee een gewaardeerde beroepsgroep en tevens onze toekomstige collega’s raken, maar de tijd van diplomatie is voorbij: tandartsen kunnen hier niet langer aan meewerken.
9.000 tandartsen kregen een brief van de ANT, waarin wordt opgeroepen om stages gericht op curatieve handelingen, zoals het boren van gaatjes, voorlopig op te schorten. De oproep komt op de dag dat minister Bruins zijn plannen om vergaande taakherschikking in de mondzorg door te voeren, toelicht in de Tweede Kamer. Het curriculum van de opleiding mondzorgkunde kent een verplichte stageperiode van minimaal 45 dagen. Tijdens deze stage loopt de student mee in een algemene tandartspraktijk, waar hij of zij alle preventieve en curatieve competenties, zoals bijvoorbeeld het boren, leert uit te voeren bij patiënten. De actie is nadrukkelijk niet gericht op het aanbieden en begeleiden van de preventieve onderdelen van de stages. De consequentie van de actie is wel dat studenten niet de noodzakelijke ervaring kunnen verwerven voor het uitvoeren van curatieve taken. Die verantwoordelijkheid leggen de tandartsen terug bij de opleidingen en de overheid.
Dolksteek
Tandartsen ervaren de plannen van de minister als ‘een dolksteek in de rug’. Vaartjes: “De belofte van de vorige minister was om er samen uit te komen. Die afspraak wordt nu met voeten getreden. Met deze in onze ogen respectloze actie, kiest de minister hiermee definitief voor het ontmantelen van het teamconcept. Het uitgangspunt van de opleiding van de mondhygiënist voor curatieve handelingen is altijd geweest om dit in teamverband te doen. Nu de overheid zo weinig geeft om de patiëntveiligheid en geen respect toont voor wat patiënten zelf willen, kunnen wij niet anders dan stoppen om daaraan mee te werken.”
Omdat de tandarts momenteel opdrachtgever is, verlenen diverse tandartsen en praktijkhouders nu nog medewerking aan het opleiden van mondhygiënisten. Als tandartsen straks niet langer de controle hebben over de patiëntveiligheid, maar wel alle calamiteiten moeten oplossen, is het voor de ANT niet langer te rechtvaardigen en te verantwoorden om mondhygiënisten te leren prepareren. “Genoeg is genoeg. Het is de verantwoordelijkheid van de minister dat tandartstekorten blijven oplopen en patiënten worden overgeleverd aan onvoldoende geschoolde zorgverleners. Daar willen wij niks meer mee te maken hebben,” aldus Vaartjes.
Stagiaires teleurstellen
Ria van der Meer, tandarts in Surhuisterveen, vindt het erg dat ze stagiaires moet teleurstellen: “Ik heb binnenkort een stagiaire die tijdens de stage zou leren boren, maar dat kan met deze nieuwe ontwikkelingen helaas niet doorgaan. Ik geloof rotsvast in samenwerken in teamverband en in de gedachte dat we elkaar in een praktijksetting versterken én ontlasten. Het is voor de patiëntveiligheid van groot belang dat er altijd direct een tandarts bij de hand is. De techniek van het boren is nog wel aan te leren, maar niet de ervaring en medische kennis die je nodig hebt als er een calamiteit optreedt. Eenvoudige gaatjes bestaan namelijk niet, er kan helaas vreselijk veel misgaan. Ik noem dat het rotte appel-effect. Achter een klein gaatje kan zo maar een megakrater zitten, waardoor je zo op de zenuw zit. Of denk aan de kwetsbaarheid van een melkgebit met een dun laagje glazuur. Zonder de vaste back up van een tandarts zijn dit soort handelingen niet verantwoord. Het is een besluit dat ik met pijn in mijn hart neem, daarom hoop ik dat de plannen snel worden bijgesteld en de minister zijn besluit herziet.”