Geen enkel draagvlak voor taakherschikking in de mondzorg. VWS sluit de ogen voor de echte problemen in de mondzorg: het door henzelf gecreëerde tekort aan tandartsen
Ondoordacht, onbezonnen en onfatsoenlijk. Dat is de reactie van de Associatie Nederlandse Tandartsen (ANT) op het voornemen van VWS-minister Bruno Bruins om mondhygiënisten de zelfstandige bevoegdheid te geven om te verdoven, röntgenfoto’s te maken en gaatjes te vullen. Deze bevoegdheid wordt geregeld in een algemene maatregel van bestuur (AMvB) met ingang van 1 januari 2020. De plannen van VWS zijn in de ogen van de ANT contraproductief voor alles waar de Nederlandse mondzorg voor staat: kwalitatieve, veilige, doelmatige en efficiënte zorg. ANT-voorzitter Jan Willem Vaartjes: “VWS sluit de ogen voor de echte problemen in de mondzorg: het door henzelf gecreëerde tekort aan tandartsen. Resultaat is een experiment waar geen patiënt in Nederland op zit te wachten: de borende mondhygiënist, die hiervoor niet is opgeleid en volledige afhankelijkheid van in buitenland opgeleide tandartsen. Kortom met een pleister op een botbreuk probeert VWS falend beleid op te lossen. In het belang van alle tandartsen en hun patiënten zal de ANT zich met alle mogelijke middelen blijven verzetten tegen taakherschikking.”
Met de gepresenteerde plannen probeert minister Bruins van Medische Zorg en Sport de eerder gestrande plannen van zijn voorganger minister Schippers nieuw leven in te blazen met een ondoordacht experiment in de mondzorg. Door zowel beroepsorganisaties en wetenschappelijke verenigingen van tandartsen en universiteiten voor Tandheelkunde is aangetoond dat er grote verschillen en hiaten zijn in de opleiding tot mondhygiëniste. Zo zijn mondhygiënisten niet opgeleid om complete diagnoses te stellen buiten hun preventieve deskundigheid. En ook op het gebied van stralingsdeskundigheid is er gebrek aan de noodzakelijke deskundigheid. Daarnaast gaat boren door de mondhygiënist ten koste van preventie, terwijl juist hier qua mondgezondheid en zorgkosten nog veel winst is te behalen. De mondzorg heeft behoefte aan de tandarts als mondzorgcoördinator, een vast aanspreekpunt, die coördineert, bewaakt en het overzicht houdt. Net zoals de huisarts de coördinerend zorgverlener is voor het domein van de huisartsgeneeskunde en de extra taken die zij de afgelopen jaren op zich hebben genomen, zoals bijvoorbeeld ggz-zorg en diabetes.
Hogere kosten
De nu voorgestelde plannen zullen bovendien sterk kostenverhogend werken. Vaartjes: “Met deze maatregel zal de mondzorg een stuk duurder worden. Onder ander door overbehandeling en doublures zal het volume aan mondzorg stijgen. En door taakherschikking ontstaan er meer loketten. Dat gaat leiden tot coördinatieproblemen, problemen bij dossieroverdracht en een ‘vals gevoel van veiligheid’ bij patiënten.” De ANT is teleurgesteld dat de belofte van minister Schippers om er gezamenlijk met het veld uit te komen niet gestand wordt gedaan door de nieuwe minister. “De opstelling van de nieuwe minister is niet constructief. Nog voordat er officieel is kennisgemaakt, wordt zonder overleg of vooraankondiging deze maatregel afgekondigd. De ANT heeft daarom het kennismakingsoverleg van vrijdag 26 januari met de minister afgezegd.”
Geen draagvlak
Met de maatregel vindt minister Bruins 9.000 tandartsen tegenover zich, evenals de twee beroepsverenigingen KNMT en ANT en de ACTA, verreweg de grootste tandheelkundige universiteit van Nederland. Daar hebben de ruim 30 hoogleraren zich achter de decaan geschaard om deze maatregel in de huidige vorm af te wijzen, omdat ze vrezen voor de patiëntveiligheid en de kwaliteit van de mondzorg. Eerder bleek uit onderzoek dat ook patiënten weinig tot geen vertrouwen hebben in de borende mondhygiënist. Vaartjes: "Er zijn een paar honderd zelfstandig gevestigde mondhygiënisten die vanwege hun verdienmodel al jarenlang voor deze maatregel strijden. De maatregel kan pas over twee jaar ingaan omdat er in feite veel te weinig mondhygiënisten momenteel gekwalificeerd zijn. Alleen dat geeft al aan hoe prematuur en ondoordacht deze maatregel is.”