In Nederland krijgen jaarlijks 17.000 mensen een hartstilstand buiten het ziekenhuis

Als iemand thuis een hartstilstand krijgt, is de kans om dit te overleven met de helft gestegen door de inzet van burgerhulpverleners. Zij reanimeren het slachtoffer al voor de komst van de ambulance. Onderzoekers van Amsterdam UMC beschreven de resultaten van het ARREST-onderzoek in het tijdschrift European Heart Journal.

De overlevingskans voor mensen met een hartstilstand verbeterde van 26% naar 39% na de introductie van vrijwillige burgerhulpverleners. De hogere overlevingskans wordt verklaard door de veel kortere tijd tussen de hartstilstand en de eerste schok met een AED bij reanimatie. Vanaf de melding tot aan de elektrische schok om het hartritme te herstellen zit nu gemiddeld 9,3 minuten. Dit was 11,7 minuten. Daarnaast zijn er meer mensen gaan reanimeren, blijkt uit het onderzoek. Ruud Koster, hoofdonderzoeker en cardioloog bij Amsterdam UMC: “Dit onderzoek bewijst dat de inzet van burgerhulpverleners bij een hartstilstand thuis daadwerkelijk meer levens redt. Dit is een enorme opsteker voor alle mensen die zich hier al jaren voor inzetten.”

Steeds meer AED’s in de openbare ruimte
Vóór de inzet van burgerhulpverleners was 22 procent van de slachtoffers nog niet gereanimeerd voordat de ambulance aankwam. Na de inzet van deze mensen was dat nog maar negen procent. Bij zestien procent van de patiënten dienden burgerhulpverleners met een AED, een Automatische Externe Defibrillator, de eerste schok toe om het hartritme te herstellen.

De onderzoekers van het ARREST-onderzoek registreerden de gegevens over hartstilstanden die thuis plaatsvonden van 2008 tot en met 2015. Ze konden de invloed van burgerhulpverleners op de overleving van een hartstilstand in de regio Noord-Holland Noord onderzoeken, doordat meldkamers in de eerste onderzoeksperiode van 2008 tot 2009 nog geen burgerhulpverleners opriepen. In de tweede periode van het onderzoek, van 2009 tot 2015, gebeurde dat in toenemende mate wel. De oproep gaat via de mobiele telefoon van de burgerhulpverlener. Die krijgt dan het verzoek naar een AED of direct naar de woning van het slachtoffer te gaan.

Ook hingen er in de tweede periode meer AED’s in de publieke ruimte die burgerhulpverleners naar het slachtoffer konden brengen. Koster stond in 2000 aan de wieg van de introductie van AED in Nederland en enkele jaren later volgde de rest van de wereld.

In Nederland krijgen jaarlijks 17.000 mensen een hartstilstand buiten het ziekenhuis. De Hartstichting steunde het ARREST-onderzoek met een financiële bijdrage.