Ze hebben veel aandacht voor de persoonlijke hygiëne van hun bewoners en ondersteunen daarbij ook
Kleinschalige instellingen in de gehandicaptenzorg hebben steeds meer aandacht voor infectiepreventie, zeker sinds de uitbraak van het coronavirus. Maar ze kunnen en moeten er nog meer aan doen. Ze hebben veel aandacht voor de persoonlijke hygiëne van hun bewoners en ondersteunen daarbij ook.
Zorgverleners moeten zich nog meer bewust worden (en blijven) van het belang van goede infectiepreventie, bijvoorbeeld bij het gebruik van handschoenen of bij het schoonmaken. Het management moet de zorgaanbieders hierin ondersteunen door beleid, scholing en (de juiste) middelen.
Dat zijn conclusies van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) na een onderzoek bij twintig kleine instellingen in de gehandicaptenzorg. Ze bieden 24-uurszorg aan cliënten die voorzieningen als woonkamer, keuken en vaak ook sanitaire ruimtes delen.
De verbeteringen die de inspectie aandraagt zijn vaak snel door te voeren, want veel kennis is algemeen voorhanden.
Een greep uit de conclusies en aanbevelingen.
Algemene hygiëne bewoners en zorgverleners:
er is veel aandacht voor de persoonlijke hygiëne van bewoners. Zorgverleners moeten wel de goede producten voor handhygiëne gebruiken, en goedgekeurde persoonlijke beschermingsmiddelen op de juiste manier gebruiken.
Medische en verpleegkundige zorg:
verpleegkundige zorg wordt meestal hygiënisch verleend. Medicijnen worden afgesloten en droog bewaard, maar na opening is meer controle nodig op de houdbaarheidsdatum. De helft van de bezochte instellingen heeft een protocol voor prik-, bijt-, snij- en spatincidenten en algemene protocollen voor infectiepreventie.
Schoonmaak en desinfectie, bouw en inrichting:
de manier van schoonmaken kan beter, met scheiding van schoon en vuil materiaal, de vloeren vrij van obstakels. Driekwart van de instellingen gebruikt niet de goede desinfectiemiddelen. Over luchten en ventileren zijn in driekwart van de instellingen afspraken gemaakt.
Goed bestuur:
bij kleine instellingen is het systematisch zorgen voor het verbeteren van de infectiepreventie nog onvoldoende georganiseerd, bijvoorbeeld met regelmatige audits, trainingen of een speciale functionaris die zich bezighoudt met infectiepreventie. Onderlinge samenwerking en informatie-uitwisseling tussen collega-instellingen kan helpen om tot verbeteringen te komen.