Na 5 jaar bleek dat 12,3% was teruggekomen en na 10 jaar een kwart; om precies te zijn 25,5%
Vrouwen in Nederland laten steeds vaker hun eicellen invriezen voor later gebruik. Dit wordt ook wel fertiliteitspreservatie genoemd, waarbij de vruchtbaarheid van vrouwen als het ware ‘in bewaring wordt gesteld’ voor later gebruik. Een recent gepubliceerde studie van promovenda Elena ter Welle-Butalid, onderzoeker bij het Maastricht UMC+, geeft meer en beter inzicht in hoe vaak vrouwen terugkomen na het invriezen van hun eicellen of embryo’s én in welke kansen op zwangerschap dit vervolgens met zich meebrengt.
Dit onderzoek is een van de grotere studies over fertiliteitspreservatie en de bijbehorende succeskansen, en is uitgevoerd in 10 IVF-centra in Nederland. In totaal is de data van 1.112 vrouwen geanalyseerd die tussen 2004 en 2019 een fertiliteitspreservatieprocedure hebben ondergaan. Twee derde deel van deze vrouwen had eicellen of embryo’s ingevroren vanwege een kankerbehandeling. Na 5 jaar bleek dat 12,3% was teruggekomen en na 10 jaar een kwart; om precies te zijn 25,5%. Gemiddeld duurde het 3,5 jaar voordat vrouwen terugkwamen na het invriezen. Bij de vrouwen die terugkwamen werd gemiddeld twee keer een terugplaatsing gedaan. Dit leidde bijna bij de helft tot een positieve zwangerschapstest en bij 34,6% werd daadwerkelijk een kindje geboren.
Onderzoeker Elena ter Welle-Butalid licht toe waarom deze cijfers van betekenis zijn: “Deze resultaten dragen bij aan betere kennis over fertiliteitspreservatie. Het kan vrouwen helpen bij het maken van de vaak moeilijke keuze over het toepassen van deze behandeling. We zien bovendien dat deze vrouwen liever het zekere voor onzekere nemen.”
Wanneer wordt fertiliteitspreservatie toegepast?
Vrouwen komen in aanmerking voor fertiliteitspreservatie als er een grote kans is op het verliezen van de vruchtbaarheid. Dit kan het geval zijn als zij bijvoorbeeld een behandeling vanwege kanker gaan krijgen. Ook kunnen vrouwen hiervoor kiezen als de kinderwens, om welke persoonlijke reden dan ook, uitgesteld wordt. Het zijn dan meestal alleenstaande vrouwen die willen voorkomen dat ze op het moment van een zwangerschapswens niet of moeilijk zwanger kunnen worden door een gevorderde leeftijd.
Bron: Maastricht UMC+