Mannen hebben evengoed een biologische klok, maar bij hen neemt de vruchtbaarheid gemiddeld gezien minder snel af dan bij vrouwen
Vruchtbaarheid neemt af naarmate je ouder wordt, dit weten we al honderden jaren. Maar hoe snel daalt de vruchtbaarheid? En waarom kan dit per vrouw zo verschillend zijn?
“Tot het dertigste levensjaar blijft bij vrouwen hun vruchtbaarheid grotendeels op hetzelfde niveau, maar daarna daalt de kans op een zwangerschap echt”, vertelt Frank Broekmans, hoogleraar voortplantingsgeneeskunde, aan het Algemeen Dagblad. “Na het vijfendertigste jaar is het nog moeilijker om zwanger te worden.” Hij legt uit dat vrouwelijke vruchtbaarheid een erfelijke kwestie is. Zo hangt het er bijvoorbeeld vanaf hoeveel eicellen een vrouw meekrijgt tijdens de geboorte. Het is wel mogelijk om op vroege leeftijd eicellen in te vriezen. Dan kunnen ze op oudere leeftijd teruggeplaatst worden.
Mannen en vruchtbaarheid
Mannen hebben evengoed een biologische klok, maar bij hen neemt de vruchtbaarheid gemiddeld gezien minder snel af dan bij vrouwen. Aan het AD vertelt Frank dat de vruchtbaarheid van mannen pas afneemt bij het vierenveertigste jaar, vijftien jaar later dan vrouwen. Toch is het voor mannen ook aan te raden er op tijd bij te zijn, de zaadkwaliteit van een man daalt namelijk wanneer hij ouder wordt.
Ongewenst kinderloos
Frank raadt daarom aan om een kinderwens niet al te lang uit te stellen. Hij licht toe: “In onze samenleving wordt makkelijk gedacht over de betekenis van ongewenste kinderloosheid. We denken: dat is even slikken, en je gaat dan weer door met je leven. Maar uit onderzoek is gebleken dat onvruchtbaarheid het leven van mensen echt een zwart randje geeft. Wij gunnen iedereen dat ze kinderen krijgen en doen onze uiterste best om paren te helpen bij wie dat niet makkelijk lukt. Dus als je op tijd begint dan is er bijna de garantie dat er kinderen komen, eventueel met de inzet van vruchtbaarheidsbehandelingen, zoals IVF.”
Wil je meer weten? Lees het volledige artikel op de site van UMC Utrecht