Astma is een veelvoorkomende chronische aandoening van de longen
Het juist gebruiken van de medicatie is belangrijk om astma-aanvallen te voorkomen. Astmapatiënten krijgen vaak een combinatie van medicijnen, namelijk een ontstekingsremmer als onderhoudsmedicatie en een luchtwegverwijder voor als zij het benauwd hebben. Onderzoek van het Nivel en General Practice Research Institute (GPRI) laat zien dat mensen die hun onderhoudsmedicatie trouw gebruiken maar daarnaast vaak kortwerkende luchtwegverwijders nodig hebben, vaker een astma-aanval krijgen. Veelvuldig gebruik van kortwerkende luchtwegverwijders kan dus als signaal dienen voor de huisarts om samen met de patiënt het gebruik van de astmamedicatie te bespreken.
Astma is een veelvoorkomende chronische aandoening van de longen; zo’n 10% van de Nederlanders heeft astma. De aandoening wordt vaak behandeld met een combinatie van ontstekingsremmende onderhoudsmedicatie en luchtwegverwijders. De onderhoudsmedicatie moet de patiënten dagelijks inhaleren. De luchtwegverwijders bieden directe verlichting op het moment dat de patiënt het benauwd heeft. Het juist gebruiken van de medicatie is belangrijk om astma-aanvallen te voorkomen. Over de relatie tussen het gebruik van deze medicatie en de kans op astma-aanvallen laten onderzoeken verschillende uitkomsten zien.
Therapietrouw bij onderhoudsmedicatie
In een groep van bijna 14.000 astmapatiënten van 12 jaar en ouder (in 2016) onderzocht het Nivel en GPRI de relatie tussen therapietrouw aan de ontstekingsremmende onderhoudsmedicatie, het aantal voorschriften voor kortwerkende luchtwegverwijders en de kans op een astma-aanval. Bij iets meer dan een derde van de patiënten was er sprake van een hoge therapietrouw met betrekking tot de onderhoudsmedicatie, zo wezen de voorschrijfgegevens uit: zij hadden voor meer dan 80% van de dagen in 2016 onderhoudsmedicatie beschikbaar. Bij ruim een derde was de therapietrouw laag: zij hadden voor minder dan 50% van de dagen onderhoudsmedicatie in huis.
Kortwerkende luchtwegverwijders
Voor de kortwerkende luchtwegverwijders geldt dat twee of meer voorschriften per jaar als veel gezien wordt; ‘veel’ kan in deze context namelijk wijzen op onvoldoende controle over de astma. De onlangs herziene NHG-standaard Astma bij volwassenen besteedt hier uitgebreid aandacht aan. In totaal kreeg 30% van de patiënten in 2016 twee of meer voorschriften voor kortwerkende luchtwegverwijders, 40% kreeg geen enkel voorschrift voor luchtwegverwijders en bijna 4% kreeg meer dan zes voorschriften.
Kans op astma-aanval groter bij veelvuldig gebruik kortwerkende luchtwegverwijder
In 2016 had 13% van de patiënten een astma-aanval. Naarmate patiënten meer voorschriften voor een kortwerkende luchtwegverwijder hadden, nam de kans op het krijgen van een astma-aanval toe. De kans op een aanval was hoger bij een lage therapietrouw aan de ontstekingsremmende onderhoudsmedicatie. Opmerkelijk was dat de kans op een aanval ook hoger was bij een heel hoge therapietrouw. Bij mensen met een hoge therapietrouw komen astma-aanvallen vooral vaker voor indien zij naast de onderhoudsmedicatie ook vaak kortwerkende luchtwegverwijders gebruiken.
Signaalfunctie van aantal voorschriften luchtwegverwijders
Veelvuldig gebruik van kortwerkende luchtwegverwijders kan als signaal dienen voor de huisarts om samen met de patiënt het gebruik van de astmamedicatie te bespreken. Het kan namelijk op verschillendendingen duiden: het kan zijn dat patiënten niet goed inhaleren waardoor de medicatie niet op de juiste plek komt. Ook kan het voorkomen dat patiënten blootgesteld worden aan prikkels die het astma verergeren, zoals rook of allergenen. Ten slotte kan het betekenen dat de dosis van de onderhoudsmedicatie niet (langer) volstaat en aanpassing ervan nodig is.
Over het onderzoek
Voor het onderzoek zijn gegevens gebruikt van de huisartsenregistratie van Nivel Zorgregistraties Eerste Lijn uit 2016. Het Nivel onderzocht de relatie tussen therapietrouw aan de ontstekingsremmende onderhoudsmedicatie, het aantal voorschriften voor kortwerkende luchtwegverwijders en de kans op een astma-aanval in een groep van 13.756 patiënten met astma van 12 jaar en ouder. Zes van de tien patiënten waren vrouw, een derde had geen bijkomende andere chronische ziekte en een kwart had twee of meer andere chronische ziekten. Ruim 80% van de patiënten had een matige tot ernstige vorm van astma.