Minderjarige pgb-houders die door toedoen van hun ouders of vertegenwoordigers een schuld hebben bij het zorgkantoor worden hier met terugwerkende kracht vanaf 1 februari 2017 in beginsel niet meer voor verantwoordelijk gesteld.
Dat is het resultaat van het overleg tussen ZN, de zorgkantoren en het ministerie van VWS.
Bij wet is geregeld dat de ouder(s) of vertegenwoordiger(s) van een minderjarige pgb-houder verantwoordelijk zijn voor het pgb. Maar vanaf het 18e levensjaar gaat die verantwoordelijkheid over naar de pgb-houder zelf. Dit betekent dat jongvolwassen pgb-houders vanaf 18 jaar ook automatisch wettelijk aansprakelijk worden gesteld voor eventuele schulden en vorderingen als gevolg van onjuiste betalingen, nalatigheid of fraude door toedoen van de ouder(s) of vertegenwoordiger(s) die zijn ontstaan op het moment dat budgethouder nog minderjarig was.
In de afgelopen jaren is het in de praktijk vaak gelukt om in voorkomende gevallen een regeling te treffen met de ouders of vertegenwoordigers. Maar op het moment dat een regeling niet mogelijk is en de ouders of vertegenwoordigers deze vordering niet voor de 18e verjaardag van de budgethouder volledig hebben afbetaald, blijft de wet van kracht en komt deze vordering automatisch op naam van de budgethouder. De meeste 18-jarige budgethouders zijn niet in staat om de vordering terug te betalen. Buiten hun schuld krijgen zij op deze manier van de ene op de andere dag te maken met een vaak grote schuldenproblematiek. Hoewel de wetgever dit zo heeft geregeld, vinden de zorgkantoren deze gang van zaken onrechtvaardig en zeer onwenselijk. Zorgkantoren hebben naar aanleiding van deze problematiek actie ondernomen met als resultaat dat met het ministerie van VWS is afgesproken dat minderjarige budgethouders niet automatisch aansprakelijk worden gesteld voor schulden die zijn ontstaan door toedoen van ouders of vertegenwoordigers.
Door de nieuwe afspraken zullen zorgkantoren in voorkomende gevallen de ouders of vertegenwoordigers verantwoordelijk houden voor de schuld, ook als de budgethouder 18 jaar is geworden. Zorgkantoren willen voor 1 juni 2017 alle budgethouders en hun vertegenwoordigers gesproken hebben die in aanmerking komen voor de nieuwe werkwijze, voor zover de gedupeerde budgethouders nog niet bekend zijn bij het zorgkantoor. Als blijkt dat de schuld daadwerkelijk is ontstaan voor het 18e levensjaar van de budgethouder en er nog geen regeling getroffen is, dan worden alsnog de ouders of vertegenwoordigers benaderd. De budgethouder wordt vanaf dat moment niet meer aansprakelijk gehouden voor de openstaande vordering. Het zorgkantoor spant zich dan in om de vordering op de ouder/vertegenwoordiger te verhalen. De afspraken gaan met terugwerkende kracht in vanaf 1 februari 2017. Budgethouders blijven wel persoonlijk verantwoordelijk voor het beheer van het pgb vanaf het moment dat zij 18 worden.