In de afgelopen twee jaar hebben we regelmatig gezien dat patiënten met COVID-19 ernstig ziek werden

Maatregelen om de overdracht van SARS-CoV-2 te beperken zijn ook doeltreffend gebleken om de verspreiding van andere respiratoire virussen te beperken. Naarmate landen hun voorzorgsmaatregelen opheffen, zullen gecombineerde virusinfecties naar verwachting vaker voorkomen. In een gezamenlijke studie hebben onderzoekers van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) en de Universiteit van Edinburgh ontdekt dat een co-infectie met influenza verschillende implicaties heeft - niet alleen voor de patiënt, maar ook voor ziekenhuizen en overheidsbeleid.

"In de afgelopen twee jaar hebben we regelmatig gezien dat patiënten met COVID-19 ernstig ziek werden - soms zelfs leidend tot een IC-opname en het inschakelen van een beademingsmachine om te helpen bij de ademhaling", zegt Maaike Swets, promovendus aan de afdeling Infectieziekten van het LUMC en de Universiteit van Edinburgh. Dat een influenza (griep) infectie tot een vergelijkbare situatie kon leiden was al bekend. Maar over de gevolgen van een dubbele infectie met SARS-CoV-2 en andere luchtwegvirussen was minder bekend. Onderzoekers van zowel het LUMC als de Universiteit van Edinburgh hebben nu ontdekt dat een co-infectie met griep de situatie kan verergeren. Hun ontdekkingen verschenen onlangs in The Lancet.

Combinatie-infectie
Hoewel het relatief ongebruikelijk is dat mensen tegelijkertijd besmet raken met verschillende ziekteverwekkers, wordt verwacht dat het aantal mensen met meer dan één infectie zal toenemen, vooral tijdens perioden waarin verschillende virussen in omloop zijn. Swets legt uit: "Dit was in het begin misschien minder duidelijk, door het anderhalvemeterbeleid, zelfisolatie en het gebruik van mond-neusmaskers gedurende de pandemie. Naarmate de uitvoering van tegenmaatregelen echter minder strikt wordt en we het griepseizoen ingaan, kunnen verschillende respiratoire virussen co-circuleren en leiden tot een toename van dubbele infecties met SARS-CoV-2 en andere respiratoire virussen". Een goed begrip van de gevolgen hiervan is dan ook zeer belangrijk om te kunnen anticiperen op klinische behoeften en benadrukt het belang van het testen op beide virussen.

Internationale samenwerking
"Wetenschappelijke samenwerking tussen het LUMC en de Universiteit van Edinburgh is van groot belang geweest bij het leggen van de basis voor onze ontdekkingen," volgens Swets. Samen gebruikten de promovenda en haar collega's de ISARIC4C-database (International Severe Acute Respiratory and emerging Infection Consortium - WHO Clinical Characterisation Protocol) als hun primaire bron van informatie. "Deze database is uitgebreid en bevat informatie over meer dan 300.000 patiënten die waren opgenomen met COVID-19 in 300 ziekenhuizen in het Verenigd Koninkrijk". Vergeleken met een infectie met SARS-CoV-2 alleen, vonden de onderzoekers dat patiënten die óók geïnfecteerd waren met een influenzavirus er aanzienlijk slechter aan toe waren. Zo hadden ze eerder beademing nodig op de intensive care en hadden ze een grotere kans om te overlijden. "Dit kan grote gevolgen hebben voor de patiënt, voor ziekenhuizen en IC-capaciteit tijdens seizoenen waarin SARS-CoV-2 en influenza samen circuleren, en uiteindelijk ook voor vaccinatiestrategieën".

Essentiële preventie
Hoofdonderzoeker van het LUMC, Geert Groeneveld, benadrukt dat preventie essentieel is: "Het op grotere schaal testen op influenza bij patiënten met COVID-19 zal de identificatie vergemakkelijken van personen die in het ziekenhuis zijn opgenomen en die het risico lopen om achteruit te gaan of te overlijden. Vooral voor kwetsbare personen is bescherming door vaccinatie tegen SARS-CoV-2 en griep uiterst belangrijk". Op basis van hun bevindingen stelt de onderzoeksgroep voor de gecombineerde bescherming te optimaliseren door de vaccinatiecampagnes erop aan te passen.