Met medicatie lukt het om het virus terug te dringen, zodat de lever weer goed kan functioneren

Met een nieuw type behandeling geneest ongeveer een vijfde van de chronische hepatitis B-patiënten. Dat geeft hepatoloog prof. dr. Harry Janssen van het Erasmus MC hoop. Hij verwacht dat binnen enkele jaren steeds meer patiënten met hepatitis B kunnen genezen. ‘Het goede nieuws is dat patiënten niet meer levenslang behandeld hoeven te worden.’

Chronische hepatitis B is de laatste twee decennia al redelijk goed te behandelen. Met medicatie lukt het om het virus terug te dringen, zodat de lever weer goed kan functioneren. Maar helemaal verdwijnen doet het virus niet. Patiënten moeten dus levenslang medicatie slikken.

Maar nu is er dan een nog betere behandeling: een combinatie van een antiviraal medicijn en een medicijn dat het immuunsysteem aanzwengelt. In het wetenschappelijk tijdschrift New England Journal of Medicine tonen wetenschappers aan dat met deze therapie 17 procent van de patiënten geneest.

Janssen, niet betrokken bij het onderzoek, schreef er samen met hepatoloog dr. Milan Sonneveld een begeleidend artikel bij. Janssen en Sonneveld doen al hun hele werkzame leven internationaal onderzoek naar chronische hepatitis B.

Boost
‘De behandeling met een zogeheten small interfering RNA geeft een hele sterke daling van het virus en de virale eiwitten. Dit werd gecombineerd met middelen die het immuunsysteem van de patiënt een boost geven’, legt Janssen uit. Dit activeert T-cellen, waardoor het lichaam de hepatitis B-virusdeeltjes verder opruimt.

‘Het goede nieuws is dat patiënten niet meer levenslang behandeld hoeven te worden. Dat scheelt allerlei vervelende bijwerkingen, maar ook veel kosten. Bovendien kan de patiënt het virus niet meer overdragen aan anderen’, illustreert Janssen.

Hij voegt daaraan toe: ‘Patiënten komen ook af van het stigma van een chronische besmettelijke infectieziekte. Dit laatste geeft bij patiënten veel onzekerheid en kan ook leiden tot het verlies van relaties, en in sommige landen zelfs ontslag.’

Naar de dokter
Janssen merkt op dat met name onder patiënten met een betrekkelijk lage hoeveelheid virale eiwitten (HBsAg) in het bloed het genezingspercentage hoog is, tot wel 40 procent . ‘Meer dan de helft van de patiënten die wij in het Erasmus MC zien, heeft een lage HBsAg-waarde. In de toekomst zullen dus wellicht velen van hen kunnen genezen.’

Er volgt nu eerst meer onderzoek naar dit concept van een combinatie van een antiviraal en een immuunmodulatoir middel. Als die onderzoeken succesvol zijn, kan de nieuwe behandeling over drie tot vier jaar worden toegepast bij patiënten, verwacht Janssen.

Hij hoopt dat in de komende vijf tot tien jaar chronische hepatitis B voor iedere patiënt wereldwijd te genezen zal zijn. Maar dan moeten al die patiënten wél naar een dokter. Het probleem met chronische hepatitis B – zowel in Nederland als daar buiten – is dat veel patiënten de ziekte nog ongemerkt bij zich dragen. ‘Als mensen klachten krijgen is er vaak al een ernstige levercirrose of leverkanker en ben je te laat met behandelen’, waarschuwt hij.

Chronische hepatitis B
In Nederland zijn er zo’n 40 duizend patiënten met chronische hepatitis B. De meeste van hen zijn afkomstig uit Oost-Azië, Turkije of Afrika.

Het hepatitis B-virus zorgt voor een ontsteking in de lever waardoor levercellen langzaam worden vervangen door bindweefsel. Uiteindelijk leidt chronische hepatitis B tot levercirrose, leverfalen en leverkanker.

Bron: Erasmus MC