Jaarlijks zijn er in Nederland meer dan 30.000 ziekenhuisopnames voor acuut hartfalen
UMCG-cardioloog Jozine ter Maaten heeft samen met haar team ontdekt dat de hoeveelheid zout in urine van patiënten met acuut hartfalen een goede raadgever is voor een gepersonaliseerde en effectievere behandeling. De simpele test waarmee de hoeveelheid zout wordt gemeten is per direct in het UMCG ingevoerd. Maandag 28 augustus presenteerden de UMCG-onderzoekers de resultaten op een internationaal cardiologiecongres en publiceren ze de resultaten in het toonaangevende tijdschrift Nature Medicine. De studie werd mogelijk gemaakt door een Dekkerbeurs van de Hartstichting.
Ter Maaten onderzocht een aangepaste strategie van de huidige behandeling. Dit deed ze bij 310 patiënten in het UMCG die binnenkwamen met acuut hartfalen. Uit het onderzoek blijkt dat als de dosering plasmedicatie wordt aangepast op de hoeveelheid zout in de urine, de patiënten sneller vocht kwijtraken. Dankzij deze strategie herstellen patiënten beter en overlijden ze minder vaak tijdens de ziekenhuisopname. De aangepaste dosering blijkt ook veilig. ‘Een hogere dosis plasmedicatie zorgt voor een hogere werkdruk voor de nieren, maar we zagen in dit onderzoek geen achteruitgang van de nierfunctie’, vertelt Ter Maaten. ‘Dit is een mooie eerste stap naar gepersonaliseerde zorg voor acuut hartfalen.’
Huidige behandeling werkt onvoldoende
Jaarlijks zijn er in Nederland meer dan 30.000 ziekenhuisopnames voor acuut hartfalen. Deze patiënten zijn vaak ernstig ziek als ze in het ziekenhuis belanden en er is maar één soort behandeling mogelijk: lisduretica, ofwel plasmedicatie. Bij patiënten met hartfalen kan het hart minder goed bloed rondpompen en hierdoor houden ze veel vocht vast. Doordat het vocht op verschillende plekken in het lichaam gaat zitten, bijvoorbeeld achter de longen, zijn patiënten erg benauwd.
Door het plassen te stimuleren raken zij dat vocht kwijt. ‘Bij de helft van de patiënten werkt deze medicatie onvoldoende’, vertelt cardioloog en hoofdonderzoeker Jozine ter Maaten. ‘Doordat ze niet opknappen, blijven veel patiënten lang in het ziekenhuis. Ook overlijden veel patiënten binnen een half jaar of worden ze opnieuw opgenomen.’ Daarom doet Ter Maaten onderzoek om de zorg voor deze patiënten te verbeteren.
Zout als marker
‘Uit eerder onderzoek bleek al dat weinig zout in urine tijdens behandeling met plasmedicatie geassocieerd is met een hoger risico op overlijden of heropname. Daarom vroegen wij ons af: als we kijken naar de hoeveelheid zout die patiënten uitplassen, zien we dan hoe goed de medicatie werkt? En kunnen we dit vervolgens gebruiken om een gepersonaliseerde en effectievere behandeling te geven?’
Test direct ingevoerd
In het UMCG is de nieuwe strategie direct ingevoerd bij de behandeling van deze patiënten. Ter Maaten adviseert andere ziekenhuizen dat ook te doen. Vervolgonderzoek van het team van Ter Maaten samen met Amerikaanse wetenschappers moet aantonen of patiënten die op deze manier behandeld worden minder vaak opnieuw in het ziekenhuis terechtkomen en later minder vaak overlijden.
Onderzoek met Dekkerbeurs
Voor dit onderzoek ontving Ter Maaten tweeënhalf jaar geleden een Dekkerbeurs van de Nederlandse Hartstichting. Recentelijk ontving zij ook een Veni-beurs om de de rol van vocht en zout bij acuut hartfalen te onderzoeken.
Bron: UMCG