Eén op de dertig kinderen in Nederland is verwekt via in vitro fertilisatie, kortweg IVF
‘Maak samen met de arts een keuze over het moment van terugplaatsing bij IVF’
Bij een IVF-behandeling worden embryo’s traditioneel drie dagen na bevruchting teruggeplaatst in de baarmoeder. Door verbeteringen in laboratoriumtechnieken kan dit nu ook na vijf dagen. Daarvan werd aangenomen dat het de kans op een succesvolle zwangerschap verhoogt. Onderzoek van het Radboudumc en Amsterdam UMC toont echter aan dat de dag van terugplaatsing geen invloed heeft op het succespercentage van het IVF-traject.
Eén op de dertig kinderen in Nederland is verwekt via in vitro fertilisatie, kortweg IVF. Daarbij worden eicellen buiten het lichaam bevrucht en een aantal dagen opgekweekt in het laboratorium. Vervolgens plaatst men één of meerdere embryo’s terug in de baarmoeder en vriest de rest in. Traditioneel duurt de laboratoriumfase drie dagen. Door technische verbeteringen kan terugplaatsing nu ook na vijf dagen. De gedachte is dat zo alleen levensvatbare embryo’s overblijven, wat de kans op een succesvolle zwangerschap verhoogt. Er blijven dan wel minder embryo’s over voor in de vriezer.
Eerder onderzoek wijst uit dat de kans op succes na de eerste terugplaatsing inderdaad hoger is als die plaatsvindt op dag vijf dan op dag drie. Maar deze studies keken niet naar de resultaten van het hele IVF-traject, met eventuele latere terugplaatsingen van ingevroren embryo’s. Daar brengt onderzoek van het Radboudumc, uitgevoerd in samenwerking met het Amsterdam UMC, nu verandering in.
Evenveel zwangerschappen
De studie werd verricht in 21 Nederlandse IVF-centra bij ruim 1200 vrouwen. Er moesten twee dagen na bevruchting tenminste vier embryo’s beschikbaar zijn voor terugplaatsing. Bij de helft van de vrouwen werden de embryo’s teruggeplaatst op dag drie, bij de andere helft op dag vijf. De uitkomst was de kans op een succesvolle zwangerschap van het hele IVF-traject. Die bleek in beide groepen gelijk, rond de zestig procent.
Onderzoeker Simone Cornelisse duidt de resultaten: ‘Uiteindelijk gaat het bij IVF om een succesvolle zwangerschap, en niet alleen om de kans daarop na de eerste terugplaatsing. In het buitenland, waar IVF-zorg niet verzekerd is, maken klinieken vaak reclame met hun succespercentages van de eerste terugplaatsing op dag vijf. Daarmee geven ze een onvolledige voorstelling van zaken. Onze studie toont aan dat vrouwen een keuze zouden moeten hebben over het moment van terugplaatsing.’
Persoonlijke afweging
Andere resultaten uit het onderzoek kunnen die beslissing beïnvloeden. Net als in eerder onderzoek was de kans op een succesvolle zwangerschap na de eerste terugplaatsing op dag vijf hoger. Ook kwamen er in die groep minder miskramen voor. Daar tegenover staat dat er bij terugplaatsing op dag drie meer embryo’s konden worden ingevroren voor later gebruik en de kans op vroeggeboorte wat lager was. Beide keuzes hebben dus voor- en nadelen, maar maken voor het totale succespercentage niet uit.
‘Het is een heel persoonlijke afweging’, vertelt klinisch embryoloog Liliana Ramos, één van de onderzoeksleiders. ‘Voor de één is zo snel mogelijk zwanger worden heel belangrijk, bijvoorbeeld als de vrouw al wat ouder is. Iemand anders hecht meer waarde aan een groter aantal ingevroren embryo’s achter de hand of wil de kans op vroeggeboorte zo klein mogelijk houden. Er is geen richtlijn over de dag van terugplaatsing. Daarom moet een koppel dat zwanger wil worden het met de arts bespreken en samen een keuze maken.’
Bron: Radboudumc