Bij vrouwen met borstimplantaten komt een vorm van lymfeklierkanker vaker voor
Een zeldzame vorm van non-Hodgkin lymfoom in de borst (lymfeklierkanker) blijkt meer voor te komen bij vrouwen met borstimplantaten. Plastisch chirurgen zullen vrouwen op dit risico gaan wijzen. Het onderzoek hiernaar van VUmc, Antoni van Leeuwenhoek, Maastricht UMC+ en Medisch Spectrum Twente is donderdag 4 januari gepubliceerd in het prestigieuze tijdschrift JAMA Oncology, Journal of the American Medical Association.
In Nederland hebben 200.000 vrouwen tussen 20 en 70 jaar borstimplantaten, van wie 20 à 25% vanwege een reconstructie na borstkanker of na amputatie vanwege een erfelijke aanleg voor borstkanker. Circa 75% van de vrouwen heeft een borstimplantaat om cosmetische redenen. Sinds enige jaren is er meer aandacht voor een zeldzame en meestal ook goed behandelbare vorm van lymfeklierkanker (non-Hodgkin lymfoom), die kan optreden bij vrouwen met borstimplantaten. De medische term hiervoor is grootcellig anaplastisch T-cellymfoom (ALCL). Het is lymfeklierkanker, en dus nadrukkelijk géén borstkanker.
Database
De afgelopen twee jaar heeft een Nederlandse samenwerkingsgroep van plastisch chirurgen, pathologen, hematologen en epidemiologen voor het eerst in kaart gebracht hoe groot het risico op deze zeldzame vorm van lymfeklierkanker voor vrouwen met borstimplantaten is. De onderzoekers brachten met behulp van de zogeheten PALGA -database, waarin alle verslagen van pathologieonderzoeken in Nederland sinds 1990 geanonimiseerd opgeslagen zijn, alle patiënten in kaart bij wie tussen 1990 en 2016 de zeldzame ALCL in de borst is gediagnosticeerd. De onderzoekers vonden 43 vrouwen met ALCL, van wie er 32 een borstimplantaat hadden. Vergelijking van deze resultaten met een controlegroep gaf aan dat vrouwen met een borstimplantaat een veel hoger risico lopen op deze vorm van lymfklierkanker dan vrouwen zonder borstprothesen.
Nieuw beleid
De onderzoekers berekenden dat vrouwen met een borstimplantaat in Nederland een ruim 400 keer groter risico hebben dan vrouwen zonder implantaat om een zeldzame vorm van lymfeklierkanker te krijgen. Vrouwen met implantaat hebben de kans van 1 op de 35.000 om dit type lymfklierkanker voor hun 50e levensjaar te ontwikkelen. Dit loopt op tot 1 op de 7000 als vrouwen met een implantaat de leeftijd van 75 jaar hebben bereikt. De resultaten van dit onderzoek vormen samen met internationale gegevens over ALCL bij vrouwen met borstimplantaten de basis voor het ontwikkelen van beleid op dit gebied door instanties in Nederland (zoals IGZ en RIVM) en in Europees verband. Het is nu nog niet bekend of en tot welke eventuele wijzigingen in wet- en regelgeving dit zou kunnen leiden.
Informatie voor patiënten met een siliconenimplantaat
Bovenstaande informatie zou vrouwen met siliconenimplantaten ongerust kunnen maken. Er is echter geen reden voor paniek. De kans op het krijgen van deze vorm van lymfeklierkanker bij borstprothesen is zoals gezegd erg klein. En áls het ontstaat, is het meestal goed te behandelen; Ongeveer 95 procent van de vrouwen die de ziekte krijgt, geneest. Vrouwen die na het lezen van het bovenstaande nog vragen hebben, kunnen terecht op de website van de Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirurgie (NVPC), waar gedetailleerde informatie inclusief een filmpje hierover te vinden is: https://www.nvpc.nl/zeldzame_vorm_van_lymfeklierkanker.php?option=333
Vrouwen met een borstprothese die klachten hebben, zoals een zwelling of knobbel in de borst, of een opgezwollen borst, kunnen het beste naar hun huisarts of plastisch chirurg gaan. Slechts in zeldzame gevallen zal er sprake zijn van lymfeklierkanker (ALCL). Er kan (vooral bij een knobbel in de borst) ook sprake zijn van borstkanker en het is altijd verstandig om klachten te laten onderzoeken.