De Nederlandse huisarts en huisartsenzorg is de afgelopen jaren sterk veranderd
Nederlandse huisartsen werken gemiddeld 44,1 uur per week. Iets meer dan de helft van deze uren (54%) besteden zij aan contact met de patiënt. 26% wordt besteed aan indirect patiëntgebonden taken en 20% aan niet-patiëntgebonden taken. Dit blijkt uit een sms-tijdsbestedingsonderzoek dat het Nivel in 2018 heeft uitgevoerd in opdracht van het Capaciteitsorgaan.
De Nederlandse huisarts en huisartsenzorg is de afgelopen jaren sterk veranderd. Het aandeel vrouwen en waarnemers is bijvoorbeeld verder toegenomen. De verschuiving van zorg naar de eerste lijn heeft zich doorgezet en ook de rol van de huisartsenzorg in het sociale domein heeft gezorgd voor een grotere en meer diverse zorgvraag. Gezien deze ontwikkelingen heeft het Nivel een tijdbestedingsonderzoek uitgevoerd, net als in 2013.
Kleine veranderingen in verdeling werktijd naar direct, indirect en niet-patiëntgebonden taken
Huisartsen besteden ten opzichte van 2013 iets minder tijd direct aan de patiënt, namelijk 54% in plaats van 56%. Het aandeel indirect patiëntgebonden activiteiten – administratieve taken, ANW-diensten, patiëntgebonden overleg en opleidersactiviteiten – is met 26% hetzelfde gebleven. Iets meer tijd dan in 2013 (2%) wordt besteed aan niet-patiëntgebonden taken, zoals nascholingen, praktijkvoering en bestuurlijke taken.
Uitgedrukt in absolute cijfers is de capaciteit aan werkzame huisartsen in Nederland tussen 2013 en 2018 met 5% gestegen, wat overeen komt met 24.000 extra werkuren. Daarbij is het totaal aantal direct patiëntgebonden uren met 1% gestegen (meer dan 3.000 uur), maar nam het totaal indirect patiëntgebonden uren toe met 8% (10.000 uur) en het aantal niet-patiëntgebonden uren met 12% (11.000 uur).
Deze cijfers geven aan dat de gemiddelde huisarts nog niet daadwerkelijk minder tijd aan administratie en organisatie besteedt en ‘meer tijd voor de patiënt’ heeft – wat wel het streven is van de beroepsgroep.
Mannelijke huisartsen werken vaker in deeltijd dan voorheen
Uit het onderzoek is verder gebleken dat het aantal uren dat huisartsen gemiddeld werken, stabiel is gebleven sinds 2013, namelijk 44,1 uur per week. Mannen werken gemiddeld 4,6 uur meer dan vrouwen (46,6 versus 42 uur). Dit verschil is kleiner geworden sinds 2013, toen mannen nog 7,5 uur meer werkten dan vrouwen. Dezelfde trend zien we terug in het aantal gewerkte fte’s. In 2013 werkten mannen gemiddeld 0,83 fte en in 2018 is dit gedaald naar 0,79 fte en voor vrouwen is het aantal fte stabiel gebleven op 0,71. Mannelijke en vrouwelijke huisartsen zijn dus wat betreft het werken in deeltijd meer op elkaar gaan lijken.
Het tijdbestedingsonderzoek
In juni en juli 2018 hebben 708 huisartsen meegedaan met een ‘meetweek’. Elke dag op willekeurige momenten ontvingen zij een of meer sms-berichten met de vraag ‘Wat doet u nu?’. Huisartsen konden telkens aangeven of zij werkzaam waren en zo ja, of zij dan bezig waren met direct, indirect of niet-patiëntgebonden activiteiten. Voor en na de meetweek vulden de deelnemers korte enquêtes in over onder meer hun verwachte en hun gerealiseerde werkuren.
Onderzoeksresultaten meegenomen in driejaarlijkse capaciteitsraming huisartsen
De resultaten van dit onderzoek bieden belangrijke inzichten in de huidige werkzaamheden en in de capaciteit van huisartsen. Zij hebben een belangrijk aandeel in de driejaarlijkse adviezen van het Capaciteitsorgaan over het aantal op te leiden huisartsen in Nederland.