Dierproeven worden ingezet om de kwaliteit en veiligheid van therapieën te testen

Om de kwaliteit van dierproeven te verbeteren en onnodige herhaling tegen te gaan, is het belangrijk dat alle dierproeven wereldwijd worden geregistreerd. Nu nog wordt bij onderzoeken met dierproeven zo’n veertig procent van de resultaten helemaal niet gepubliceerd. Hiermee gaat kennis verloren. Ook lopen onderzoekers een grotere kans op publicatiebias: eerder en vaker worden positieve resultaten gepubliceerd dan neutrale of negatieve resultaten. Zo is interpretatie hiervan minder betrouwbaar. Dat concludeert cardioloog in opleiding Mira van der Naald. 

Dierproeven worden ingezet om de kwaliteit en veiligheid van therapieën te testen. Op die manier kunnen medische doorbraken worden gerealiseerd. Bijvoorbeeld als het gaat om hart- en vaatziekten. Cardioloog in opleiding Mira Van der Naald van het UMC Utrecht legt uit: “Hart- en vaatziekten zijn samen met kanker de meest voorkomende doodsoorzaak in ons land. Ik begon mijn onderzoek, dat mede door de Hartstichting is gefinancierd, dan ook bij mensen met schade aan hun hart. Bij sommige mensen met schade aan hun hart helpen reguliere behandelingsmethoden onvoldoende. Voor hen worden nieuwe therapieën gezocht, zoals stamceltherapie. Bij deze therapie worden stamcellen in de hartspier geïnjecteerd. Stamcellen kunnen uitgroeien tot verschillende andere celtypen, waaronder hartspiercellen. Hierdoor kan de hartspier herstellen. Helaas werkt deze therapie tot op heden beperkt.”

Minder betrouwbaar
Om de stamceltherapie voor het hart nader te onderzoeken, maakte Mira onder meer gebruik van dierproeven. Tijdens haar onderzoek ontdekte ze dat bij dierproeven een onbekend of hoog risico op bias is. Bias is een vertekening van de onderzoeksresultaten waardoor de resultaten geen goede afspiegeling zijn van de werkelijkheid. Hierdoor zijn de resultaten minder betrouwbaar. 

Mira: “Er zijn verschillende vormen van bias die kunnen leiden tot een vertekening van de onderzoeksresultaten. Zo bestaat selectiebias. Dit houdt in dat de groepen in een onderzoek niet vergelijkbaar zijn. Denk hierbij bijvoorbeeld aan twee groepen muizen die allebei ander voer krijgen. Een andere vorm van bias is HARKing. Hierbij wordt de hypothese van een onderzoek aangepast naar aanleiding van de gevonden resultaten. Op die manier kan onverwacht resultaat worden gepresenteerd alsof het verwacht was.”

Dierproeven registreren
Bias bij dierproeven kan op verschillende manieren worden tegengegaan. “Bijvoorbeeld door registratie van dierproeven”, vertelt Mira. Daarom ontwikkelden onderzoekers van het UMC Utrecht in samenwerking met Radboudumc en het Nederlands Hartinstituut preclinicaltrials.eu. Mira is nauw betrokken bij de ontwikkeling van het platform. “Het wereldwijde platform bestaat nu vier jaar. Onderzoekers kunnen er hun onderzoek met proefdieren gratis aanmelden en registreren. Iedereen met een account krijgt toegang tot de database met dierproeven. Zo kan de kwaliteit van dierproefonderzoeken worden verbeterd en kunnen onderzoekers eenvoudig zien welke dierproeven al gedaan zijn en met welke resultaten. Ook als die resultaten niet gepubliceerd zijn, bijvoorbeeld omdat de resultaten niet zo positief of baanbrekend waren.”

Een nieuwe norm
Mira hoopt dat steeds meer onderzoekers preclinicaltrials.eu weten te vinden. Momenteel zijn zo’n 120 onderzoeken via het platform geregistreerd. “De komende jaren zie ik dit aantal graag stijgen. Registratie van dierproefonderzoeken mag wat mij betreft de norm worden. Om dit te realiseren is het belangrijk dat wetenschappers zich niet uitsluitend focussen op het uitvoeren van hun onderzoek, maar met elkaar ook de manier van onderzoek verbeteren. Daarnaast is er een rol weggelegd voor diverse stakeholders, zoals subsidieverstrekkers. Een voorbeeld is ZonMw. Deze organisatie draait momenteel een pilot waarbij onderzoekers in sommige gevallen alleen subsidie voor dierproeven kunnen krijgen als hun onderzoek geregistreerd is op preclinicaltrials.eu.”