Per 1 januari jongstleden schrapte de minister de 1000 mg variant van paracetamol uit het basispakket
Van paracetamol is een variant met een sterkte van 1000 mg geregistreerd voor de aandoening artrose. Tot en met 2018 werd deze variant vanuit de basisverzekering vergoed. Van minimaal 40% van de gebruikers ziet de SFK dat ze de paracetamol trouw zijn gebleven en het middel zelf betalen. Dat meldt de SFK deze week in het Pharmaceutisch Weekblad.
Nederlandse openbare apotheken verstrekten in 2018 bijna 1,9 miljoen keer paracetamol 1000 mg op kosten van de verzekeraars aan bijna 330.000 mensen. De totale uitgaven kwamen uit op € 14 miljoen. Per 1 januari jongstleden schrapte de minister de 1000 mg-
variant van paracetamol uit het basispakket, omdat het middel volgens het advies van het Zorginstituut niet voldoet aan het pakketcriterium noodzakelijkheid. Dat betekent dat patiënten de kosten van paracetamol volgens de overheid zelf kunnen dragen. Paracetamol 1000 mg volgt daarmee vanaf 1 januari van dit jaar alle andere vormen van paracetamol, die al enige decennia van vergoeding zijn uitgesloten.
Pijnladder
Volgens de algemeen aanvaarde pijnladder van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) is het gebruik van paracetamol de eerste stap in de behandeling van pijn. NSAID’s komen – al dan niet in combinatie met paracetamol – als volgende stap in aanmerking. Zowel NSAID’s in lage dosering als paracetamol zijn ook zonder recept en buiten de apotheek verkrijgbaar. In de volgende fase is een zwakwerkend opioïd, zoals tramadol, geschikt voor het gebruik of voor toevoeging aan het gebruik. Pas daarna komen sterkwerkende opioïden in aanmerking.
Uitwijk
Eén van de afwegingen bij het advies over de uitstroom van paracetamol 1000 mg uit het pakket was het risico van uitwijk naar zwaardere pijnstillers die wel vergoed blijven. De SFK onderzocht in welke mate voorschrijvers deze uitwijk hebben gekozen. Daartoe heeft de SFK de patiënten geselecteerd aan wie in de tweede helft van 2018 – minimaal één keer in zowel het derde als in het vierde kwartaal – voor pijnstilling uitsluitend de receptplichtige paracetamol 1000 mg is verstrekt. Dat zijn ongeveer 60.000 patiënten. Aan 43% van hen hebben apotheken in het eerste kwartaal van 2019 nog steeds uitsluitend paracetamol voor pijn-stilling verstrekt. Ongeveer twee derde van hen gebruikte de receptplichtige paracetamol 1000 mg; de rest was overgestapt naar een andere variant.
Ongeveer 11% van de 60.000 patïenten gebruikte in het eerste kwartaal van 2019 een pijnstiller van een hogere sport van de pijnladder, zoals NSAID’s (5%-punt), tramadol (3%-punt) of een sterkwerkende opioïd (ook 3%-punt). Aan twee op de vijf van hen verstrekte de apotheek naast de sterkere pijnstiller ook paracetamol.
Aan de rest, ongeveer 46%, verstrekten de apotheken in het eerste kwartaal van 2019 in het geheel geen pijnstilling. Het is mogelijk dat deze patiënten in de apotheek of via andere verkooppunten zelfzorgvarianten van pijnstillers hebben gekocht.