Onderzoek laat zien dat steeds meer zorg ‘dicht bij de patiënt’ wordt georganiseerd, dat wil zeggen in de huisartsenpraktijk
Steeds meer zorg voor patiënten met diabetes type 2 (DM2), COPD en (risico op) hart- en vaatziekten verschuift van medisch specialisten naar de huisartsenpraktijk. Dit blijkt uit onderzoek van het Nivel en Zorginstituut Nederland, die met een nieuwe methodiek van datakoppeling patiëntstromen over de jaren 2014-2020 in kaart hebben gebracht. Hierbij zijn zorgdata uit huisartsendossiers, afkomstig van Nivel Zorgregistraties Eerste Lijn, gekoppeld aan declaratiedata van medisch specialisten, afkomstig van Zorginstituut Nederland. De methodiek is ontwikkeld binnen de onderzoekswerkplaats ‘Routine zorgdata voor passende zorg’.
Het doel van het in kaart brengen van de patiëntstromen van patiënten met diabetes mellitus type 2 (DM2), patiënten met COPD en patiënten die in aanmerking komen voor cardiovasculair risicomanagement (CVRM) was tweeledig. Enerzijds is hiertoe inzicht geboden in de mate waarin de zorg ‘dicht bij de patiënt’ wordt geleverd, dat wil zeggen in de vorm van huisartsenzorg. Anderzijds is onderzocht hoe er met gekoppelde gegevens uit de huisartsenzorg en declaraties van medisch-specialistische zorg patiëntstromen in kaart kunnen worden gebracht.
Steeds meer zorg vanuit huisartsenpraktijken
De resultaten van het onderzoek laten zien dat steeds meer zorg ‘dicht bij de patiënt’ wordt georganiseerd, dat wil zeggen in de huisartsenpraktijk.
Bevindingen: patiëntstromen bij diabetes mellitus type 2, COPD en risico op hart- en vaatziekten
- Patiënten met diabetes mellitus type 2 en COPD krijgen steeds vaker zorg binnen de huisartsenpraktijk, soms gecombineerd met medisch-specialistische zorg.
- Patiënten met een hoog risico op hart- en vaatziekten ontvangen juist vaker medisch-specialistische zorg.
Uit het onderzoek naar zorggebruik in de eerste twee jaar na diagnose is gebleken dat:
- COPD-patiënten steeds meer zorg ontvangen via de huisarts, terwijl bij patiënten met hoog risico op hart- en vaatziekten vaker medisch-specialistische zorg wordt ingezet.
- Er bij patiënten met diabetes mellitus type 2 geen grote verschuivingen in zorggebruik plaatsvinden.
Daarnaast zijn er uitdagingen. Zo is het identificeren van patiëntgroepen soms lastig door beperkte diagnostische informatie in declaraties van medisch-specialistische zorg. Bovendien spelen factoren zoals de registratiekwaliteit en bekostigingsstructuren een rol in de interpretatie van de gegevens.
Methodiek van datakoppeling veelbelovend, maar er zijn ook uitdagingen
Het onderzoek laat zien dat het combineren van gegevens uit de eerste en uit de tweede lijn een vollediger beeld kan geven van het zorggebruik van een patiënt dan gebruik van een enkele gegevensbron. De methodiek van datakoppeling uit eerste- en tweedelijnsbronnen kan in de toekomst veelzijdig worden ingezet, bijvoorbeeld voor het monitoren van de effecten van beleidswijzigingen zoals in de IZA-monitor ‘Beweging naar een sterkere eerste lijn’ wordt gedaan. De uitkomsten ervan vormen een startpunt voor beleidsmakers, zorgverleners en andere betrokkenen in de zorg om samen in gesprek gaan over de wenselijkheid van trends en de achterliggende oorzaken en mogelijkheden om deze trends te beïnvloeden. Dit ondersteunt niet alleen bij het verder ontwikkelen van passende zorg, maar ook bij het bouwen aan een lerend zorgsysteem. Tegelijkertijd zijn er aandachtspunten, zoals beperkte informatie in specialistische declaraties en de invloed van registratiekwaliteit en bekostigingsstructuren.
Over het onderzoek
Binnen de onderzoekswerkplaats ‘Routine zorgdata voor passende zorg’ van het Nivel en Zorginstituut Nederland doen we onderzoek naar passende zorg door het hergebruiken en koppelen van gegevens uit elektronische patiëntendossiers (Nivel Zorgregistraties Eerste Lijn) en declaratiegegevens van zorgkantoren en zorgverzekeraars die het Zorginstituut tot haar beschikking heeft. De onderzoekswerkplaats sluit daarmee aan bij de breed gedeelde wens om optimaal gebruik te maken van dergelijke bronnen voor het verbeteren van de gezondheidszorg in Nederland.
Bron: Nivel