Er moet ruimte komen om de dagbesteding ook op een andere wijze in te richten
De huidige dagbesteding in de gehandicaptenzorg, waarbij mensen in het algemeen activiteiten buiten de deur hebben, is niet voor alle cliënten passend. Er moet ruimte komen om de dagbesteding ook op een andere wijze in te richten. De coronacrisis heeft aangetoond dat dagbesteding of werk op de woonlocatie voor een aantal cliënten beter is voor de gemoedstoestand van cliënten in de gehandicaptenzorg dan dagbesteding of werken buitenshuis. “De mensen hebben door de veranderingen als gevolg van Covid-19 meer rust gekregen, zijn minder prikkelbaar gebleken en hebben een leven gekregen dat er overzichtelijker uitziet”, zegt Marijke Ploegman van KPMG Health.
Ploegman: “Dagbesteding thuis betekent ook dat cliënten een dagritme kunnen aannemen dat beter past bij het gewenste levensritme. Het aanbieden van dagbesteding op de woonlocatie betekent bijvoorbeeld dat mensen niet langer verplicht zijn om in de vroege ochtend klaar te staan voor vervoer naar de dagbestedings- of werklocatie. Dat geeft hen rust. Uiteraard is er ook een grote groep cliënten die staan te juichen om hun dagbesteding weer op kleinschalige locaties en in de samenleving weer op te pakken. De mogelijkheid tot het meer individueel inrichten van dagbesteding zodat het beter aansluit bij de wens van de individuele cliënt is belangrijk. De zorg draait in de huidige coronacrisis duidelijk nog meer dan vroeger om de cliënt, de zorgprofessional én de afstemming tussen beiden.”
Positieve effecten Covid-19 verankeren
Uit onderzoek van KPMG onder aantal organisaties in de gehandicaptenzorg blijkt dat zij het essentieel vinden dat de positieve effecten van de gedwongen verplaatsing van de dagbesteding naar de woonlocatie geborgd worden. Ploegman: “Ook de gehandicaptenzorg heeft sinds het afkondigen van de maatregelen van het kabinet de positieve aspecten van het thuiswerken ondervonden. Op de woonlocaties is gezocht naar creatieve en individuele oplossingen voor de cliënten. De angst voor overdracht tussen de cliënten, de mogelijke uitval van personeel door ziekte, het moeten stoppen van de dagbesteding op externe locaties en het niet meer mogen ontvangen van bezoek hebben een grote impact gehad op zowel cliënten, medewerkers als bestuurders. Bij veel bedrijven wordt nu gesproken over de mogelijkheden om ook na COVID-19 meer thuis te werken vanwege de positieve effecten op flexibiliteit, productiviteit en werk-privébalans van de medewerkers. De gehandicaptenzorg vormt hierop geen uitzondering.”
Hoogste kwaliteit van zorg voor de cliënt
Door het wegvallen van dagbesteding op een externe locatie en het verbod op bezoek, zijn de zorgprofessionals de afgelopen maanden gedwongen gaan kijken naar nog meer individuele oplossingen voor hun cliënten. Ploegman: “In overleg met de cliënt en zijn familie zijn initiatieven ontstaan voor dagbesteding op de woonlocatie en contact met familie via beeldbellen of foto’s en filmpjes. Op veel cliënten hadden deze maatregelen een beter effect dan de ‘normale’ dagactiviteiten. Door het wegvallen van bepaald prikkels ontstond duidelijk rust bij de mensen. Cliënten konden in veel gevallen hun eigen dagritme aanhouden. Bij het opnieuw opstarten van de dagbesteding willen de organisaties in de gehandicaptenzorg nog meer dan voorheen bekijken hoe zij de hoogste kwaliteit van zorg kunnen bieden en wat de beste ondersteuning is voor de individuele cliënt. De organisaties werken vanuit de gedachte dat de zorgmedewerker in het primaire proces het beste weet wat goede zorg of ondersteuning is voor de individuele cliënt. Verantwoordelijkheden worden laag in de organisaties opgepakt, waardoor medewerkers gewend zijn zelfstandig beslissingen te nemen. In de afgelopen maanden zagen we dat de bestaande heldere kaders en het duidelijke beleid de zorgprofessionals hebben geholpen in het maken van de beste keuze voor de cliënt, samen met de cliënt én zijn familie.”
Vertrouwen bepalend voor toekomstige veranderingen
Ploegman constateert dat de huidige financiering van de gehandicaptenzorg ingewikkeld is. Ploegman: “Er bestaan verschillende geldstromen vanuit onder meer de Wlz en het sociaal domein. Iedereen wil erop kunnen vertrouwen dat het geld goed besteed wordt. De afgelopen maanden hebben de zorgorganisaties het vertrouwen van de financiers gekregen dat het geld op de beste manier zou worden ingezet, ten behoeve van de cliënt. De financiers lieten zien vertrouwen te hebben in de kwaliteit van het bestuur en het toezicht van de organisaties. Het is belangrijk om met elkaar in gesprek te gaan en te blijven over de wijze waarop dit vertrouwen kan worden behouden. Voorkomen moet worden dat de gehandicaptenzorg terugvalt in overmatige controles en een te hoge mate van veronderstelde beheersbaarheid van zorg. Zorg voor mensen met een verstandelijke of meervoudige beperking is maatwerk, waarbij de verantwoording van de zorg moet aansluiten bij de praktijk.”