In zijn openingsstatement maakte Carsten Herstel (VWS) duidelijk dat Nederland volledig achter het VN-verdrag handicap en de doelen van de VN staat

Op donderdag 15 augustus stelde een VN-comité 6 uur lang vragen aan de Nederlandse overheid over de uitvoering van het VN-Verdrag Handicap. Een delegatie van mensen met een beperking en hun organisaties, waaronder Ieder(in), was hierbij. 

Niets over ons zonder ons
In de week van de hoorzitting sprak de delegatie van belangenbehartigers op dinsdag en woensdag met het VN-comité. In het voorbereidende proces konden we de belangen van onze achterban goed inbrengen. We zagen dit ook terug in de scherpe vragen van het comité aan de overheid. Ook het College voor de Rechten van de Mens voerde vooraf gesprekken met het comité.

Openingsstatement delegatieleider Nederlandse Regering
Sinds 2 juli is staatssecretaris Vicky Maeijer van het ministerie van Volksgezondheid, Wetenschap en Sport (VWS) verantwoordelijk voor langdurige zorg, gehandicaptenzorg en beleid voor mensen met een beperking. Zij kon niet in Genève aanwezig zijn. In plaats van haar was Carsten Herstel, directeur-generaal Langdurige Zorg bij VWS, als delegatieleider aanwezig. Dat deed hij ook namens de andere betrokken ministeries.

In zijn openingsstatement maakte Carsten Herstel duidelijk dat Nederland volledig achter het VN-verdrag handicap en de doelen van de VN staat. Zo beloofde de directeur-generaal dat Nederland het verdrag volledig zal realiseren en wel sámen met mensen en organisaties voor mensen met beperkingen. Hij gaf aan dat mensen met een beperking tegen belemmeringen aanlopen en dat de overheid onder andere door middel van de nationale strategie werkt aan verbeteringen.

Inbreng College voor de Rechten van de Mens
Volgens Nico Schrijver, voorzitter van het College voor de Rechten van de Mens, heeft Nederland na de ondertekening van het VN-verdrag belangrijke stappen voorwaarts gemaakt. Maar er zijn nog wel uitdagingen en tekortkomingen.

Hij ging in op de nationale strategie en gaf aan dat die niet raakt aan het volledige VN-Verdrag, dat de structuur voor vertegenwoordigende organisaties niet voldoende op orde is en dat daar onvoldoende financiële middelen voor zijn vrijgemaakt. Ook stelde hij dat het VN-verdrag onvoldoende is doorgevoerd in wet- en regelgeving.

Zie ook: Rapport aan VN-comité: ‘Rechten van mensen met een beperking worden niet volledig beschermd’ | Nieuwsbericht | College voor de Rechten van de Mens (mensenrechten.nl)

Facultatief protocol
Zoals te verwachten vroeg het VN-comité meteen aan het begin op welke termijn de Nederlandse overheid het al jaren veelbesproken facultatief protocol bij het VN-verdrag zal ratificeren. Dit protocol verleent het VN-comité de bevoegdheid klachten te behandelen van personen die menen slachtoffer te zijn van een schending van het VN-verdrag Handicap door een staat. Mensen kunnen hier gebruik van maken als er op nationaal niveau geen mogelijkheden meer zijn. Een beleidsmedewerker van VWS gaf na de vraag van het comité aan dat een wetgevingsprocedure meestal 1,5 tot 2 jaar duurt.

Gemeenten, lokale inclusie en het rechtssysteem
De meeste vragen op de hoorzitting gingen over de verschillen tussen gemeenten en hoe zich dat verhoudt tot de verdragsrechten die voor iedereen hetzelfde zouden moeten uitwerken.

De overheid ziet de beleidsvrijheid van gemeenten binnen het sociaal domein niet als een obstakel, maar als kansrijke mogelijkheid. En daarom legt de rijksoverheid gemeenten geen uniforme verplichtingen op, maar zet het vooral in op richtlijnen, Lokale Inclusie Agenda’s, kennisproducten en van elkaar leren.

Volgens meerdere leden van het VN-comité leunt ons land zwaar op (individuele) besluiten van afzonderlijke gemeenten. Zij vroegen zich af waarom deze besluiten niet voor alle gemeenten en haar inwoners gelden en of Nederland hierin wel haar verantwoordelijkheid neemt. Het VN-comité kreeg daarin bijval van het College voor de Rechten van de Mens. Voorzitter Nico Schrijver zegt dat ‘gemeenten een belangrijke rol spelen, maar het is aan de Rijksoverheid om de leidende rol te nemen’.

Implementatie in Caribisch Nederland moet sneller
Het College voor de Rechten van de Mens vroeg aan de overheid wat hen in de weg staat om het Verdrag te implementeren in Caribisch Nederland. Ook vroegen zij door over geweld en misbruik van vrouwen met beperking en hoe Nederland werkt aan de implementatie van het Verdrag van Istanbul. De overheid gaf daar geen concrete antwoorden op maar gaven aan dat ze de vragen van het VN-Comité en het College zien als een stimulans om harder te gaan werken aan implementatie van het verdrag.

Problemen herkennen en verantwoordelijkheid nemen
Het VN-comité stelde vragen over de problemen met de toekenning van noodzakelijke hulpmiddelen en de misstanden rond dwang en zorg (in het bijzonder jeugdzorg en ggz-instellingen). De Nederlandse overheid reageerde daarop door aan te geven dat ze deze problemen herkennen. De reactie van commissielid Fitoussi daarop was dat ze andere antwoorden had verwacht: zij wil weten wat Nederland aan de problemen gaat doen, op welke termijn en hoe de overheid hier mensen met een beperking bij betrekt.

Conclusies en aanbevelingen van het VN-comité
Door tijdgebrek zijn niet alle onderwerpen in de hoorzitting aan bod gekomen, met name rond immigratie en inkomenspositie. Deze komen wel terug in de rapportage van het VN-comité. Naar verwachting publiceert het VN-comité haar rapportage met conclusies en aanbevelingen half september. Dan is het aan de Nederlandse overheid om hier mee aan de slag te gaan en daarover weer verslag te doen aan het VN-comité.

Meer lezen?
Zie ons bericht over de voorbereiding: Hoorzitting Nederland VN-verdrag Handicap 15 augustus  – Iederin
Bekijk de Nationale strategie voor de implementatie van het VN-verdrag Handicap – overheid.nl

Bron: Ieder(in)