Met de huidige tarieven hebben zorginstellingen al moeite om voldoende zorg te leveren, met name voor mensen met een complexe zorgvraag
Door bezuinigingen kunnen aanbieders in de langdurige zorg volgend jaar minder zorg leveren. Wachttijden lopen verder op, met name voor mensen met een complexe zorgvraag. Dat brengt ook extra werk voor huisartsen, wijkverpleegkundigen en sociaal werkers. Om verdringing te voorkomen moeten instellingen en overheid betere afspraken maken met passende tarieven.
Met de huidige tarieven hebben zorginstellingen al moeite om voldoende zorg te leveren, met name voor mensen met een complexe zorgvraag. Zij wachten het langste op geestelijke gezondheidszorg (ggz) en mensen met een zware verstandelijke beperking kunnen niet meer bij instellingen terecht. Zorg leveren voor deze mensen is duur en wordt deels bekostigd met ruimere tarieven van andere typen zorg of door het uitstellen van investeringen in vastgoed.
Volgend jaar worden tarieven waarschijnlijk verlaagd waardoor de toegankelijkheid verder onder druk komt te staan, al kan het kabinet in de voorjaarsnota anders besluiten. De overheid bezuinigt ruim 600 miljoen euro op de ouderenzorg, de langdurige ggz en de gehandicaptenzorg. Ook het budget waarmee gemeenten jeugdzorg inkopen wordt verlaagd. Door de bezuinigingen hebben zorginstellingen volgend jaar minder financiële ruimte om schaars personeel te behouden.
Het hele zorgsysteem loopt vast als instellingen niet voldoende zorg kunnen leveren. Mensen met een complexe zorgvraag kloppen dan vaker aan bij huisartsen, maatschappelijk werkers en andere eerstelijnszorgverleners. Deze zorgverleners hebben niet de tijd en kennis om mensen met zware geestelijke aandoeningen goed te helpen. Zo houden zorgverleners in de eerstelijnszorg en het sociaal domein minder tijd over voor anderen. Tijd die ze hard nodig hebben omdat de zorgvraag verder stijgt door vergrijzing en de geplande halvering van het eigen risico.
Voorkom verdringing met voldoende complexe zorg
Gelukkig is de overheid met zorgsectoren in gesprek over afspraken in een nieuw hoofdlijnenakkoord. Het zogeheten aanvullende zorg- en welzijnsakkoord, dat in de komende maanden verwacht wordt, is de opvolger van het huidige Integraal Zorgakkoord. Aanvullende afspraken waarbij ook het sociaal domein betrokken wordt, moeten de zorg toegankelijk houden. Als de betrokken partijen in dit akkoord ook afspreken hoe ze wachttijden voor complexe zorg verkorten, voorkomen ze verdere verdringing.
Zulke afspraken moeten gaan over meer capaciteit en de verdeling van complexe zorgvraag. Juist instellingen die complexe zorg leveren hebben moeite om voldoende personeel aan te trekken. Door de hoge werkdruk bij instellingen werkt een deel van de zorgverleners liever bij een aanbieder die lichtere zorg levert, of als zelfstandige. Het werk is dan minder belastend door een minder intensieve zorgvraag en minder onregelmatige diensten.
Om personeel te behouden moeten tarieven voor complexe zorg verhoogd worden ten opzichte van tarieven voor andere zorg. Instellingen kunnen zorgverleners dan verleiden met een hoger salaris, een bonus voor het werken met complexe cliënten of een verkorte werkweek met behoud van het volledige salaris. Een andere, minder wenselijke, manier is om minder strenge kwaliteitseisen te hanteren waardoor de werkdruk bij instellingen lager wordt.
Naast afspraken over het verhogen van de capaciteit moet de complexe zorgvraag ook beter verdeeld worden. Vanwege een gebrek aan betrouwbare wachtlijstinformatie weten zorgaanbieders niet altijd of ze elders zouden kunnen inspringen en kunnen zorginkopers nauwelijks sturen op de totale vraag aan zorg. Met een centrale wachtlijst kunnen zorgaanbieders de vraag naar complexe zorg beter onderling verdelen. Wanneer aanbieders toch hoofdzakelijk mensen met een lichtere zorgvraag wensen te accepteren, zouden zorginkopers kunnen ingrijpen door aanbieders te belonen als ze complexe zorgvragen voorrang geven, of ze daar desnoods toe verplichten.
Toegankelijkheid zorg staat onder druk
Uit onderzoek van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) blijkt dat grote zorgverzekeraars in 2024 niet altijd aan hun zorgplicht hebben voldaan. Door lange wachttijden in de ziekenhuiszorg en in de ggz is de toegang tot zorg geen vanzelfsprekendheid meer. Ook in de langdurige zorg is het een uitdaging om voldoende plekken te realiseren voor complexe clientgroepen. Zo staan mensen met een zware verstandelijke beperking steeds vaker voor een dichte deur, blijkt uit onderzoek van onderzoekscollectief Spit in samenwerking met de Groene Amsterdammer en Trouw.
Complexe zorgvragen vereisen meer tijd, gekwalificeerd personeel en passende faciliteiten, en zijn dus kostbaar. In een poging om de zorg betaalbaar te houden proberen inkopers van zorg tarieven laag te houden. Vaak zo laag dat aanbieders personeel niet veel kunnen betalen, of niet meer in hun vastgoed kunnen investeren. Als zorgaanbieders niet voldoende salaris kunnen bieden, of niet voldoende mensen inzetten waardoor de werkdruk stijgt, dan loopt personeel over naar aanbieders van lichtere zorg waar ze relatief beter betaald krijgen.
Zo blijkt het in de ggz lastig te zijn om mensen met ernstige ziektebeelden passende zorg te bieden. Voor dergelijke patiënten die gespecialiseerde zorg nodig hebben, zijn de wachttijden langer. Voor basis-ggz-behandelingen wacht iemand gemiddeld 14 weken. Voor de gespecialiseerde ggz is dat ongeveer 21 weken, wat neerkomt op zo’n 5 maanden.
Zorgmanager klantcontact Marc Baars van Parnassia Groep, dat mensen met ernstige psychische problemen in de regio’s Haaglanden, Rijmond en Noord-Holland behandelt, ziet in de praktijk ook dat er meer capaciteit is om mensen met lichtere klachten te helpen in plaats van degenen met zwaardere ziektebeelden: “Cliënten met complexe psychiatrische problemen of ziektebeelden moeten vaak lang wachten op passende zorg, terwijl zij juist degenen zijn die de zorg hard nodig hebben. Het is al eerder geconstateerd dat bepaalde zorgaanbieders alleen lichte cliënten aannemen, omdat die financieel aantrekkelijker zijn. Het is dan ook een uitdaging met de toenemende werkdruk om gespecialiseerd personeel te behouden voor complexe zorg.”
Niet alleen de capaciteit, maar ook de verdeling van cliënten is lastig. “Centraal inzicht in wachtlijsten ontbreekt en de samenwerking met andere zorgaanbieders verloopt soms moeizaam door verschillende oorzaken,” aldus Baars. “We bespreken de zorgvraag aan regiotafels met andere zorgaanbieders in die regio.” Zorgaanbieders zijn verplicht om bij dit regionale overleg aanwezig te zijn maar zijn niet verplicht om bepaalde mensen in behandeling te nemen. Voor mensen met complexe problematiek heeft vrijwel niemand plek.
Negatieve gevolgen van lang wachten
Juist voor complexe zorgvragen is het lange wachten problematisch. Uit onderzoek van het Trimbos-instituut en onderzoeksinstelling het Nivel blijkt dat klachten verergeren tijdens het wachten. Hierdoor worden de behandelingen complexer wanneer een patiënt eenmaal aan de beurt is.
Uit het onderzoek blijkt ook dat de werkdruk bij huisartsenpraktijken toeneemt bij lange ggz-wachtlijsten, omdat ze patiënten extra ondersteuning bieden tijdens de wachttijd tot de behandeling, terwijl de praktijken daar niet op zijn ingericht. “Wij krijgen het ook te druk als wachtlijsten elders oplopen. We zijn dan nog bezig met patiënten die al passende doorverwijzingen hebben gekregen maar nog niet terecht kunnen. Dit kan veel tijd innemen van de huisarts of de ondersteunende ggz-zorgverlener waardoor er minder tijd overblijft voor onze andere patiënten”, vertelt huisarts Eline Bakker.
Ook wijst onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen uit dat onbehandelde geestelijke aandoeningen kunnen leiden tot lichamelijke klachten, wat de zorgvraag verder vergroot. Het onderzoek toont aan dat een mentale stoornis een vroegtijdig signaal kan zijn om iemand actief te monitoren, om zo fysieke klachten te voorkomen. Wanneer er onvoldoende zorg beschikbaar is voor deze complexe gevallen neemt de zorgvraag toe, dat kan leiden tot toenemende druk op huisartsen en ziekenhuizen. Met voldoende capaciteit voor complexe zorg raakt de huisarts minder overbelast en kan deze meer tijd investeren om nieuwe patiënten te behandelen of op weg te helpen.
Ook gehandicaptenzorg niet altijd toegankelijk voor meest kwetsbare cliënten
Ook in de gehandicaptenzorg blijkt dat complexe cliënten niet dezelfde toegang tot zorg hebben als cliënten met minder complexe problematiek. Recent onderzoek van Trouw, De Groene Amsterdammer en Spit laat zien dat zorginstellingen terughoudend zijn om complexe cliënten met een verstandelijke handicap aan te nemen vanwege te lage tarieven. Deze cliënten, ook wel aangeduid als de ‘VG7’, hebben steeds vaker intensieve begeleiding nodig. De tarieven die zorginstellingen momenteel ontvangen zijn niet toereikend om passende zorg aan deze groep te bieden.
Bestuurder Micha van Akkeren van gehandicaptenzorgorganisatie ‘s Heeren Loo ziet hetzelfde probleem: “De VG7-cliënten hebben intensieve zorg nodig, waarbij soms zelfs twee zorgverleners per cliënt worden ingezet. Het begeleiden van deze groep vergt veel van onze medewerkers. Het behouden van menswaardige zorg in deze context is daarom kostbaar.”
De zorgtarieven dekken de kosten niet. Op dit moment stelt de organisatie vastgoedontwikkeling uit om VG7-cliënten voldoende zorg te kunnen leveren. “De tarieven voor VG7-cliënten moeten zeker met 15 procent omhoog om geen verlies te maken”, aldus van Akkeren. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) komt met een verhoging van slechts 6,2 procent.
Ook zijn de gevolgen op maatschappelijk vlak onwenselijk en leidt het mogelijk tot verdringing van andere zorg. Van Akkeren geeft aan: “De voorzieningen zijn nu niet toereikend om meer cliënten aan te nemen. Degenen die niet geplaatst kunnen worden, komen bij hun familie terecht of worden dakloos, wat onwenselijk is voor henzelf en de omgeving. Met meer middelen kunnen wij ook meer voorzieningen realiseren voor deze groep.”
Door instellingen dekkende tarieven te bieden, kunnen ze voor meer mensen met een zware verstandelijke beperking zorgen. Zo worden familie en zorgverleners in de wijk niet tevergeefs opgezadeld met deze zorgvraag. Zij hebben onvoldoende kennis en tijd om mensen met een zware verstandelijke beperking goed te helpen.
In de komende jaren verandert de sector om meer zorg te kunnen leveren met minder middelen. De vraag naar zorg neemt verder toe door vergrijzing terwijl nauwelijks meer zorgpersoneel aangetrokken kan worden. Innovatie en samenwerking maken het werk makkelijker en leuker, waardoor de zorgverlening houdbaar en van hoge kwaliteit blijft.
Bron: ABN AMRO