Studie naar de (kosten)effectiviteit van de kunstalvleesklier in de behandeling van mensen met diabetes type 1 ontvangt bijna 10 miljoen euro

Kunstmatige alvleesklier
De bihormonale kunstmatige alvleesklier is een apparaat dat volledig automatisch de bloedglucose in patiënten met type 1 diabetes reguleert door insuline of glucagon toe te dienen. Met de financiering van Zorginstituut Nederland en ZonMw starten twaalf Nederlandse ziekenhuizen onder leiding van UMC Utrecht komend jaar wetenschappelijk onderzoek naar deze kunstmatige alvleesklier. Hieraan zullen 240 volwassen patiënten met type 1 diabetes meedoen die hun behandeldoel(en) niet halen. Dit betekent dat hun bloedglucose minder dan 70% van de tijd binnen het doelbereik van 3.9 en 10 mmol/l zit, of meer dan 4% van de tijd onder 3.9 mmol/l.

De helft van de patiënten wordt behandeld met de kunstmatige alvleesklier. De andere helft van de patiënten ontvangt de standaard diabeteszorg: insulinepentherapie, pomptherapie of gekoppelde sensor-pomptherapie. De studie moet antwoord geven op de vraag of de kunstalvleesklier effectievere zorg biedt dan de standaard diabeteshulpmiddelen die nu al worden vergoed. De aanname is dat de tijd binnen doelbereik hoger is met de kunstmatige alvleesklier in vergelijking met standaard diabeteszorg, waardoor er minder kans is op lange termijn complicaties en de behandeling kosteneffectief is. Ook wordt gekeken naar HbA1c, de bijwerkingen van glucagon, en kwaliteit van leven. Op basis van de resultaten van het onderzoek neemt het Zorginstituut een standpunt in of de kunstalvleesklier in het basispakket thuishoort.

De kunstalvleesklier zou voor een grote groep mensen een definitief einde kunnen betekenen van het steeds moeten meten van bloedglucosewaarden en insuline spuiten. “Met de kunstalvleesklier heb je nog steeds diabetes, maar eigenlijk niet meer”, zegt Harold de Valk, internist-endocrinoloog in het UMC Utrecht en eindverantwoordelijk voor het onderzoek. “Er is al eens een kleine, niet-wetenschappelijke proef gedaan, waarbij zo’n 30 mensen korte tijd een kunstalvleesklier mochten gebruiken. Sommigen wilden ‘m na afloop eigenlijk niet meer teruggeven, want ze hadden nog nooit zó goed geslapen. Anderen zeiden leukere ouders te kunnen zijn voor hun kinderen en er waren familie en vrienden die rapporteerden hoe deelnemers weer degene werden van vóór diabetes type 1. Wij zoeken wetenschappelijk gefundeerde antwoorden op vragen over de effectiviteit, maar ook de kosteneffectiviteit en de veiligheid van de kunstalvleesklier.”