Met gentherapie kan de genetische code weer leesbaar worden gemaakt

Twee projecten op het gebied van zeldzame spierziekten van onderzoekers van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) krijgen een subsidie van het Prinses Beatrix Spierfonds. De projecten focussen op twee verschillende spierziekten, namelijk Duchenne spierdystrofie en FSHD, maar hun doel is hetzelfde: het ontwikkelen van een gentherapie die de ziekteprogressie kan afremmen of stoppen.

LUMC-onderzoekers Manuel Gonçalves en Annemieke Aartsma-Rus kunnen dankzij deze financiële steun hun krachten bundelen in de ontwikkeling van gentherapie voor Duchenne. Deze therapie zal erop gericht zijn om de aanmaak van het eiwit dystrofine te herstellen. Duchenne-patiënten maken namelijk door een genetische fout onleesbare kopieën van het gen dat het recept bevat voor dystrofine. “Hierdoor kunnen patiënten geen dystrofine-eiwit maken. Dit leidt tot het langzaam afsterven van spiercellen waardoor patiënten op een jonge leeftijd in een rolstoel belanden”, vertelt Gonçalves.

Achteruitgang vertragen
Met gentherapie kan de genetische code weer leesbaar worden gemaakt. Er wordt dan een dystrofine-eiwit aangemaakt dat kleiner is dan normaal, maar wel deels werkt. “De spiermassa die verloren is gegaan krijg je niet terug, maar hopelijk kunnen we wel verdere achteruitgang remmen”, zegt Aartsma-Rus.

De onderzoekers staan wel nog voor een aantal uitdagingen. “Zo moet de correctie alleen plaatsvinden op de gewenste locatie in het DNA. De huidige technieken zijn hier net niet specifiek genoeg voor en dus gaan we nu op zoek naar gentherapie-technieken die nog specifieker zijn”, legt Gonçalves uit.

Signaal weghalen
Waar gentherapie bij Duchenne zich richt op het stimuleren van de aanmaak van een eiwit, is bij FSHD het omgekeerde het geval. “We hebben namelijk ontdekt dat er bij mensen met FSHD een eiwit in de spieren zit dat daar niet thuishoort. Dit is het DUX4-eiwit en zorgt voor verzwakking van de spieren”, vertelt Silvère van der Maarel, hoogleraar Medische Epigenetica. Hij wil met gentherapie het signaal uit het DNA verwijderen dat zorgt voor de aanmaak van DUX4. “Als we dat weghalen wordt het eiwit niet meer gemaakt, maar blijven alle andere processen gewoon doorgaan.” 

Succesvolle truc
Helaas is het niet haalbaar om het DNA in elke spiercel te veranderen en zo iemand te genezen. Maar er zijn ook FSHD-patiënten die zowel zieke als gezonde spiercellen hebben. Zij hebben vaak minder klachten en de spiersterkte neemt minder snel af. Dit geeft de onderzoekers hoop: “Er is dus ook een positief effect te bereiken als we maar een deel van de cellen behandelen.” 

Het doel van de gentherapie is om de spierverzwakking te stoppen of zelfs te verbeteren. “We weten dat we de truc met succes uit kunnen voeren in spiercellen die we van patiënten krijgen. De volgende stap is nu om te kijken of het ook in het lichaam werkt”, vertelt Van der Maarel.

Meer informatie over deze onderzoeken is te vinden op de website van het Prinses Beatrix Spierfonds