De combinatie van hart- en nierfalen wordt ook het ‘cardiorenaal syndroom’ genoemd

In Aken is op 20 oktober AMICARE geopend. In dit onderzoeksinstituut werken onderzoekers van Maastricht UMC+ en RWTH Aachen University samen om de relatie tussen problemen aan hart en vaten én nierziekten te ontrafelen. Het is één van de eerste Europese instituten waarin onderzoekers uit verschillende landen vanuit verschillende disciplines zo intensief gaan samenwerken aan dit medisch urgente probleem.

De combinatie van hart- en nierfalen wordt ook het ‘cardiorenaal syndroom’ genoemd. Dit is een veelvoorkomend probleem: meer dan 40% van de patiënten met hartfalen heeft ook nierfalen. Toch is er nog weinig over bekend. Het is wél duidelijk dat mensen met chronische nierziekten een vergrote kans hebben op hartfalen. Ook andersom geldt dat mensen met een verminderde pompfunctie (hartfalen) vaker dan gemiddeld problemen krijgen aan hun nieren. Echter, vaak is niet duidelijk wat hierbij oorzaak en gevolg is.

AMICARE
Onderzoekers en hoogleraren Erik Biessen, Leon Schurgers, en Tilman Hackeng van het Cardiovasculair onderzoeksinstituut Maastricht (CARIM) van het Maastricht UMC+ doen onderzoek naar hart- en vaatziekten waarbij zij al meer dan 15 jaar nauw samenwerken met de RWTH Aachen. Gebaseerd op de succesvolle samenwerking binnen twee grote Europese onderzoeksprojecten die door elk van deze instituten werd gecoördineerd, smeedden zij met de Akense kartrekkers en hoogleraren Joachim Jankowski, Jürgen Floege, Nikolaus Marx en dr. Heidi Noels plannen voor verdere samenwerking. Dat leidde tot de oprichting van een bilateraal en binationaal onderzoeksinstituut AMICARE, met een laboratorium op de campus in Aken. AMICARE staat voor het “Aachen-Maastricht Institute for Cardiorenal Disease”.

Beste van twee werelden
Hoogleraar biochemie van vasculaire verkalking Leon Schurgers van het MUMC+ is verheugd: ‘Met AMICARE bundelen we het beste van twee werelden. In Maastricht hebben we bijvoorbeeld veel kennis van de moleculaire kant van hart- en vaatziekten. De RWTH Aachen heeft veel expertise in nieronderzoek en beschikt over een aantal unieke cohorten en biobanken met gegevens van mensen met chronische nierziekten. Ook de beschikbare technologie van beide iedere universiteiten is complementair. Als je de expertise en technologie van beide centra combineert kan je meer en gerichter onderzoek doen.’

Grensoverschrijdend
De samenwerking is op twee manieren grensoverschrijdend, legt hoogleraar experimentele vasculaire pathologie in het Maastricht UMC+ Erik Biessen uit: ‘We slechten natuurlijk de landsgrenzen. Dat gebeurt gelukkig steeds vaker in de wetenschap. Maar in AMICARE werken ook de beste onderzoekers uit verschillende vakgebieden samen: hart- en vaten en de nieren. Dat zijn onderzoeksvelden die nu nog vaak gescheiden opereren. Door deze samenwerking kunnen we op een meer holistische manier onze patiënten in beschouwing nemen en hun complexe ziektebeeld in zijn geheel bestuderen.’

Translationeel onderzoek
Het onderzoeksinstituut is gericht op translationeel onderzoek dat streeft naar het vertalen van fundamentele onderzoeksresultaten naar toepassingen voor de patiënt. Dit betekent dat de onderzoekers aan de ene kant verder gaan met onderzoek naar de mechanismen en oorzaken van de samenkomst van problemen aan hart, vaten én nieren. Maar aan de andere kant verwachten de wetenschappers met AMICARE ook versnelling te kunnen brengen in het onderzoek naar de vroege herkenning en behandeling van dit syndroom, bijvoorbeeld met medicatie.