De volkswijsheid dat je bij hartproblemen alle inspanning moet vermijden en rustig aan moet doen, is volgens Hartog inmiddels erg achterhaald

Het is volkomen veilig voor hartpatiënten om een speciaal revalidatieprogramma voorafgaand en direct na hun operatie volgen. De patiënten zijn acht weken na hun operatie al beter belastbaar en fitter dan voor hun operatie. Bovendien hebben zij minder hartritmestoornissen na de operatie.

Dit blijkt uit de eerste bevindingen van het Heart-ROCQ onderzoek van het Hartcentrum van het UMCG. Sinds 2015 bieden Hartcentrum en Revalidatiecentrum van het UMCG het programma gezamenlijk aan. Hartpatiënten volgen een op maat gemaakt trainingsprogramma. Zij ondergaan hierdoor zo fit mogelijk hun operatie; prehabilitatie heet dit. Binnen een week na de operatie gaan ze verder met het programma. Het doel is dat er minder complicaties na de operatie optreden en minder her-operaties nodig zijn. Ook moet het leiden tot een betere conditie, functioneren en kwaliteit van leven van de patiënten. Johanneke Hartog deed uitgebreid onderzoek naar het effect van dit programma.

‘Bewegen moet, altijd en overal’
De volkswijsheid dat je bij hartproblemen alle inspanning moet vermijden en rustig aan moet doen, is volgens Hartog inmiddels erg achterhaald. Hartog: ‘Bewegen moet, altijd en overal’, zou je bijna kunnen zeggen. Ons onderzoek laat zien dat door het aanbieden van deze vorm van prehabilitatie, patiënten die een hartoperatie moeten ondergaan, volledig veilig kunnen bewegen en trainen. Ook voor patiënten die een echt zware hartoperatie moeten ondergaan. De trainingen zijn zeer goed begeleid, er hebben zich nooit hartincidenten met patiënten voorgedaan. De deelnemers zijn heel tevreden, ze bevelen het ook andere hartpatiënten aan. Regelmatig krijg ik of de behandelaars bedankjes van patiënten dat ik het programma met hen had besproken en dat ze hebben kunnen meedoen.’

Patiënten voelen zich beter
Hartog heeft voor haar onderzoek de gegevens van 91 patiënten die deelnamen aan het programma vergeleken met 789 patiënten die eerder in het UMCG zonder programma een zelfde soort ingreep kregen. Ze zag bij hen een afname van het aantal hartritmestoornissen na de operatie. Hartog: ‘‘Daarnaast kunnen de patiënten zich acht weken na de operatie al meer inspannen dan voor de operatie. Dit kunnen we zien door de hartslag en belasting tijdens de fietstrainingen te meten. Wij verwachten dat ze hierdoor gemakkelijker hun dagelijkse leven weer oppakken. Dat betekent een besparing op medische en maatschappelijke kosten.’ Ook ervaart Hartog dat de patiënten minder angst voor de operatie hebben. Hartog: ‘Regelmatig zeggen ze tegen mij: ‘Ik heb wel vertrouwen in de operatie.’ 

Vergelijkingsonderzoek loopt nog
Tijdens haar promotie-traject heeft Johanneke Hartog het nog lopende Heart-ROCQ onderzoek uitgebreid door een groep patiënten die het programma wel of niet heeft gevolgd, met elkaar te vergelijken. ‘Ik volg nu een groep van in totaal 350 patiënten, waarvan de helft het programma doet. Bij beide groepen gaan we ook na hoe het een jaar na de operatie met ze is. Die resultaten bieden hopelijk robuust bewijs dat patiënten beter af zijn als ze het programma volgen.’ Dit onderzoek wordt in 2025 afgerond.
 
In een eerder interview zijn ervaringen van de onderzoeker, een fysiotherapeut en van enkele patiënten te lezen.

Proefschrift en symposium over prehabilitatie
Johanneke Hartog promoveerde onder leiding van prof. dr. M.A. Mariani op 13 september aan de Rijksuniversiteit Groningen op haar onderzoek. De titel van haar proefschrift is: ‘Heart Rehabilitation in patients awaiting Open heart surgery targeting Complication prevention and Quality of life improvement - Preparation, initiation, and interim-results of the Heart-ROCQ study’. Zij werkt nu als postdoc onderzoeker op de afdeling cardio-thoracale chirurgie van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG).

Op 21 september vindt in het UMCG een groot congres over prehabilitatie plaats. Hier komen alle medische aspecten van prehabilitatie voor uiteenlopende patiëntengroepen aan bod.

Bron: UMCG