Er is een mogelijk verband tussen borstimplantaten en gezondheidsklachten, maar alleen bij vrouwen die de implantaten om cosmetische redenen hebben

Vrouwen die borstimplantaten hebben om cosmetische redenen, hebben vaker gezondheidsklachten en maken meer gebruik van zorg dan vrouwen zonder borstimplantaten. Deze klachten komen vaker voor na plaatsing van de implantaten dan ervoor, en nemen af na het verwijderen ervan. Dat blijkt uit het promotieonderzoek van Annemiek Lieffering, uitgevoerd bij het Nivel in samenwerking met het Dutch Breast Implant Registry (DBIR) en Maastricht University. 

Borstimplantaten worden vaak gebruikt, zowel voor cosmetische borstvergroting als na borstkanker voor reconstructie. In Nederland heeft naar schatting 3,3% van de vrouwen borstimplantaten. Breast Implant Illness (BII) is een verzamelnaam voor uiteenlopende gezondheidsklachten die vrouwen met implantaten kunnen ervaren. Hoewel het bestaan hiervan nog niet wetenschappelijk is vastgesteld, neemt de maatschappelijke aandacht ervoor toe. Op basis van gekoppelde gegevens uit onder andere huisartspraktijken, het DBIR en ziekenhuizen zijn meerdere studies uitgevoerd. Die wijzen op een mogelijk verband tussen borstimplantaten en gezondheidsklachten, maar alleen bij vrouwen die de implantaten om cosmetische redenen hebben. Annemiek Lieffering promoveert op 20 juni 2025 aan Tilburg Universiteit op dit onderzoek.

Geen verhoogd risico op klachten bij borstimplantaten na borstkanker, mogelijk onderrapportage bij huisarts
Het onderzoek laat geen aanwijzingen zien voor een verhoogd risico op gezondheidsklachten bij vrouwen die borstimplantaten hebben ter reconstructie na borstkanker. Op basis van huisartsgegevens hadden zij niet meer klachten dan voor de reconstructie of dan vrouwen met borstkanker die geen reconstructie met implantaten ondergingen. Een mogelijke verklaring kan zijn dat deze vrouwen hun klachten vooral bespreken met medisch specialisten tijdens borstkanker-nacontroles, of dat zij gezondheidsklachten toeschrijven aan de kanker of de behandeling daarvan, en daarom minder snel naar de huisarts gaan.

Breast Implant Illness zelden de opgegeven reden voor explantatie, maar zorggebruik voorafgaand is hoog
Uit registratiegegevens van het DBIR blijkt dat slechts een klein deel van de vrouwen die borstimplantaten laat verwijderen (explantatie) of vervangen, dit doet vanwege BII, zoals vastgelegd door de behandelend plastisch chirurg. Lokale complicaties, zoals kapselvorming rond het implantaat, blijven de belangrijkste reden voor het verwijderen of vervangen van implantaten. Toch blijkt dat vrouwen die een explantatie ondergaan in de jaren daarvoor aanzienlijk vaker medisch specialisten bezoeken dan vrouwen die hun implantaten laten vervangen of vrouwen zonder implantaten. Vooral bij vrouwen bij wie BII als reden voor explantatie is geregistreerd, is het medisch specialistisch zorggebruik hoog. Dit benadrukt het belang van tijdige herkenning van BII-gerelateerde klachten in de zorgpraktijk.

Over het onderzoek
Dit promotieonderzoek is uitgevoerd bij het Nivel in samenwerking met het DBIR en Maastricht University. De studies zijn gebaseerd op koppelingen van routinematig verzamelde zorgdata, waaronder elektronische patiëntendossiers van huisartsen, ziekenhuisdata, het DBIR en het CBS. Hierdoor konden verschillende longitudinale cohortstudies worden uitgevoerd, waarbij vrouwen over een langere periode werden gevolgd om zicht te krijgen in het voorkomen van gezondheidsklachten, het zorggebruik en de impact van explantatie. Het onderzoek werd gefinancierd door het ministerie van VWS en gecoördineerd door het RIVM binnen een breder onderzoeksprogramma naar gezondheidsklachten bij vrouwen met siliconen borstimplantaten.

Bron: Nivel