Een vijfde van de geneesmiddelen die Nederlandse apotheken in 2017 op recept van neurologen verstrekten, betrof anti-epileptica.
Van alle specialistenrecepten nemen de neurologen 4% voor hun rekening. Dat zijn ongeveer een miljoen voorschriften, bedoeld voor 230.000 patiënten. Dat schrijft de SFK deze week in het Pharmaceutisch Weekblad.
Neurologen behandelen onder meer mensen met epilepsie, migraine en de ziekte van Parkinson. Het vaakst schrijven ze anti-epileptica voor. Die middelen maken 20% van hun recepten uit. Daarna volgen met een aandeel van 13% de dopaminergica. Dat zijn middelen die bij de ziekte van Parkinson het tekort aan dopamine in de hersenen tegengaan. De middelen uit die twee groepen kunnen worden beschouwd als typische neurologiemiddelen, omdat ze specifiek bij een neurologische aandoening worden ingezet. Dat geldt niet voor de daarop volgende twee geneesmiddelgroepen die neurologen veel voorschrijven: de antistollingsmiddelen en de antidepressiva, want die hebben veel bredere toepassingen.
Binnen deze groepen kiezen neurologen overigens wel voor specifieke subgroepen. Bij de antistollingsmiddelen staat in 92% van de gevallen een trombocytenaggregatieremmer op het recept en binnen de antidepressiva schrijven neurologen tien keer zo vaak klassieke antidepressiva voor als SSRI’s. Dat laatste valt op omdat binnen de groep antidepressiva juist de SSRI’s het meest worden voorgeschreven. Neurologen kiezen voor de klassieke antidepressiva, zoals amitriptyline, vanwege hun toepassing bij neuropathische pijnen of bij profylaxe van chronische spanningshoofdpijn en migraine.
Anti-epileptica
Specifieke neurologiemiddelen worden in de praktijk overigens vooral op basis van huisartsrecepten verstrekt, omdat huisartsen doorgaans medicatie van specialisten herhalen. Zo wordt 80% van de anti-epileptica voorgeschreven door huisartsen.
Ongeacht voorschrijver verstrekten Nederlandse apotheken in 2017 aan 390.000 mensen een anti-epilepticum. Ruim 140.000 van hen kregen minimaal één keer het meest gebruikte anti-epilepticum pregabaline. Valproïnezuur verstrekten de apotheken aan 60.000 gebruikers en gabapentine aan 50.000.
Voor neurologen geldt een ander patroon. Zij schreven in 2017 het anti-epilepticum levetiracetam het vaakst voor (37.000 keer), gevolgd door valproïnezuur met 27.000 verstrekkingen.
Dopaminergica
Ongeveer 85.000 mensen gebruikten in 2017 een dopaminergicum. Van hen ontving iets meer dan een kwart daarvoor een recept van een neuroloog. Levodopa in vaste combinatie met een decarboxylaseremmer kent van de dopaminergica de meeste gebruikers, namelijk ongeacht behandelaar in totaal ongeveer 42.000. Levodopa is een pro-drug die in de hersenen wordt omgezet in dopamine. De decarboxylaseremmer zorgt ervoor dat levodopa niet al wordt omgezet naar dopamine voordat het de hersenen heeft bereikt. Het dopaminergicum pramipexol, dat aangrijpt op de dopaminereceptoren in de hersenen, heeft met 35.000 het op één na grootste aantal gebruikers.