Astma komt voor bij ongeveer 5 tot 10 procent van de Nederlandse kinderen

Vijf modules van de richtlijn Astma bij kinderen zijn herzien. Op basis van nieuwe wetenschappelijk inzichten zijn vijf modules in de richtlijn geactualiseerd. De richtlijn is voor zorgverleners betrokken bij de zorg voor kinderen tot 18 jaar met (een verdenking op) (acuut) astma in de tweede lijn.  

Astma komt voor bij ongeveer 5 tot 10 procent van de Nederlandse kinderen. Acuut astma is een plotselinge toename van de klachten die niet overgaan na het toedienen van medicijnen. Dit wordt ook wel een longaanval genoemd. Net als in de recent herziene richtlijn Longaanval astma wordt niet meer over ‘exacerbatie’ gesproken, maar over ‘longaanval’.

Vijf modules herzien
Om de aanbevelingen te actualiseren zijn er vijf modules herzien. Het gaat om de volgende onderdelen:  

  • Rol van FeNO in het diagnostische traject en titreren van de behandeling.
  • Rol van ICS en LTRA vs ICS bij kinderen jonger dan zes jaar.      
  • Plaats van immunotherapie (SCIT en SLIT) bij kinderen met allergische astma.  
  • Rol van FeNO in het titreren van de behandeling.
  • Toedieningsvorm van luchtwegverwijdende inhalatiemedicatie (voorzetkamer of vernevelapparaat) bij longaanval astma.

Samenwerking
De Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde (NVK) was initiatiefnemer. De richtlijn is in samenwerking met huisartsen (NHG), verpleegkundigen en verzorgenden (V&VN), Longfonds, astmaVereniging Nederland en Davos herzien. Financiering is afkomstig van de Stichting Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten (SKMS).

Bekijk de richtlijn

Bron: Federatie Medisch Specialisten