In 2016 gaf nog 60 procent aan de anderen wel te vertrouwen, 40 procent was van mening dat je niet voorzichtig genoeg kunt zijn.
In 2017 zei 62 procent van de bevolking van 15 jaar of ouder vertrouwen te hebben in de medemens. Dit onderlinge vertrouwen is de afgelopen jaren geleidelijk toegenomen. Ook het vertrouwen in instituties, zoals rechters, politie, Tweede Kamer en Europese Unie is gegroeid. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS uit het onderzoek Sociale samenhang en welzijn.
In 2016 gaf nog 60 procent aan de anderen wel te vertrouwen, 40 procent was van mening dat je niet voorzichtig genoeg kunt zijn.
Vertrouwen in politiek gestegen
In 2017 zei 41 procent vertrouwen te hebben in de Tweede Kamer, 43 procent in de EU. Dat is meer dan in 2016 (37 en 36 procent). Ook het vertrouwen in de politie, banken, grote bedrijven en ambtenaren is gestegen. In de politie en rechters heeft ruim 70 procent van de bevolking vertrouwen, in het leger 65. Het vertrouwen in de pers (32 procent) en de kerk (31 procent) is weinig veranderd.
Hoger vertrouwen bij jongeren en hoger opgeleiden
Het vertrouwen in medemens en instituties verschilt tussen bevolkingsgroepen, waarbij vooral leeftijd en het opleidingsniveau onderscheidend zijn. Jongeren en hoger opgeleiden hebben doorgaans meer vertrouwen dan ouderen en lager opgeleiden.
Laagste vertrouwen in Oost-Groningen
Er zijn grote regionale verschillen die maar zeer ten dele kunnen worden verklaard door verschillen in de bevolkingssamenstelling naar geslacht, leeftijd en opleidingsniveau. In het gebied Oost-Groningen en Delfzijl en omgeving is het vertrouwen in de medemens met 46 procent het laagst. Het is de enige regio waar minder dan de helft van de mensen elkaar niet zonder meer vertrouwt. Relatief lage percentages (tot 55 procent) zijn ook te zien in Flevoland, Groot-Rijnmond, West-Noord-Brabant, de drie Limburgse gebieden en Zuidoost-Zuid-Holland. De hoogste vertrouwensscores, 65 tot 68 procent, zijn te vinden bij inwoners van Het Gooi en Vechtstreek, Noord-Drenthe, Overig Groningen, Alkmaar en omgeving, Noord-Friesland en Zuidwest-Friesland.
Ook is het vertrouwen in instituties het laagst in Oost-Groningen en Delfzijl en omgeving, gevolgd door de drie Limburgse gebieden, Zuidoost-Drenthe, en Kop van Noord-Holland. Het hoogst scoren Het Gooi en Vechtstreek, Agglomeratie Leiden en Bollenstreek, Groot-Amsterdam, Utrecht, Overig Groningen, Noord-Friesland, Noord-Overijssel en Noordoost-Noord-Brabant.
Hoogste vertrouwen in Zwolle en Utrecht
Van de 23 grootste gemeenten is het vertrouwen in de medemens met 72 procent het hoogst bij de inwoners van Zwolle. Ook in Utrecht, Groningen, Leiden en Nijmegen is met ruim twee op de drie het vertrouwen in de medemens groot. Dat is beduidend meer dan bij de inwoners van Almere, Den Haag, Rotterdam en Dordrecht van wie iets meer dan de helft de medemens vertrouwt.
Het vertrouwen in instituties is van deze gemeenten het hoogst in Utrecht, gevolgd door Amsterdam, Groningen, Den Bosch, Zwolle en Leiden. Onderaan de vertrouwensladder staan Maastricht, Zaanstad en Apeldoorn.