Het College voor de Rechten van de Mens heeft samen met het NIVEL en het Trimbos-instituut bekeken welke indicatoren een bijdrage kunnen leveren aan de monitoring van het VN-verdrag handicap.
Samen hebben zij 17 indicatoren vastgesteld die aangeven in hoeverre mensen met een beperking kunnen genieten van hun mensenrechten op het gebied van werken en zelfstandig wonen en deel uitmaken van de samenleving.
Het College voor de Rechten van de Mens zet verschillende instrumenten in om het VN-verdrag te monitoren. Met de nu vastgestelde indicatoren wordt in cijfers uitgedrukt in welke mate personen met een beperking van hun mensenrechten genieten. Dit helpt het College om te bepalen of de mensenrechten worden nageleefd
Meedoen en kansen
De indicatoren geven aan of mensen wel de benodigde en gevraagde ondersteuning ontvangen en of ze ‘deel uitmaken van de samenleving’ door bijvoorbeeld te letten of er buurtvoorzieningen gebruikt kunnen worden, zoals pinautomaten, winkels, parken en recreatieve voorzieningen en of zij zelf kunnen kiezen voor een woning. Ook wordt gemeten in hoeverre mensen met een beperking betaald werk hebben en of zij de benodigde ondersteuning krijgen op het werk en bij sollicitaties. En ook of zij kans krijgen op promotie of een levensverzekering voor een hypotheek kunnen afsluiten.
Volledige inclusie
Het doel van het VN-verdrag gehandicapten is de volledige inclusie van personen met een lichamelijke, zintuiglijke, verstandelijke of psychische beperking in de maatschappij. Het verdrag is een internationaal mensenrechtenverdrag van de Verenigde Naties: CRPD (Convention on the Rights of Persons with Disabilities). 160 landen hebben dit verdrag bekrachtigd en op 14 juni 2016 heeft ook Nederland dit verdrag geratificeerd.
Vervolg onderzoek
In de nieuw verschenen tussenrapportage van het NIVEL is vastgelegd hoe de indicatoren zijn gekozen waarmee ontwikkelingen op het gebied van zelfstandig wonen en werken over een langere periode gevolgd kunnen volgen. Het NIVEL en het Trimbos-instituut verzamelen gegevens via bestaande panels. Hierdoor is het mogelijk om vergelijkingen te maken in de tijd en tussen groepen mensen met en zonder beperkingen. De eerste rapportage van de metingen door het NIVEL zal door het College worden gebruikt om het CRPD-comité in te lichten over de implementatie van het VN-Verdrag in Nederland.