Met behulp van gevalideerde vragenlijsten voor stereotiep gedrag, depressieve symptomen en apathie kan goed onderscheid worden gemaakt tussen mensen met de gedragsvariant van frontotemporale dementie (gvFTD) en die met psychiatrische aandoeningen.

Dat is belangrijk, want de helft van patiënten met deze vorm van dementie krijgt ten onrechte een psychiatrische diagnose. Dat is een van de conclusies uit het proefschrift van neuroloog in opleiding Jort Vijverberg. Hij promoveert 22 september bij VUmc.

Voor neurologen en psychiaters is het soms lastig onderscheid te maken tussen een vorm van dementie die begint met gedragsveranderingen - zoals de gedragsvariant van frontotemporale dementie (gvFTD) - en enkele psychiatrische stoornissen zoals een depressie, bipolaire stoornis of schizofrenie. Veel symptomen - zoals verlies van motivatie en verlies van empathie of sympathie - die bij beide aandoeningen voorkomen lijken erg op elkaar. Bovendien ontbreekt, voornamelijk in de psychiatrie, de mogelijkheid tot hoog specifiek aanvullend onderzoek. Denk daarbij aan een hersenscan of afwijkende eiwitten in het hersenvocht. Als gevolg daarvan krijgt een relatief hoog percentage (50%) van de patiënten met deze vorm van dementie, gvFTD, ten onrechte een psychiatrische diagnose.

Zelfde rondje lopen

Vijverberg volgde 137 patiënten gedurende twee jaar. De patiënten hadden gedragsveranderingen, bestaande uit apathie, ontremming en/of dwangmatig of stereotype gedragingen (zoals altijd hetzelfde rondje lopen of dezelfde gerechten eten). Hij concludeerde dat met behulp van gevalideerde vragenlijsten voor stereotiep gedrag, depressieve symptomen en apathie goed onderscheid kan worden gemaakt tussen mensen met gvFTD en die met psychiatrische aandoeningen.

Hersenvocht

Daarnaast is het advies om altijd beeldvorming te verrichten bij patiënten met gedragsveranderingen. In specifieke gevallen, waarin de hersenscans niet overtuigend zijn, pleit Vijverberg voor genetisch onderzoek of onderzoek van het hersenvocht van de patiënt. Er zijn namelijk genetische mutaties bekend voor gvFTD, net als specifieke eiwitten in het hersenvocht die meer verhoogd kunnen zijn bij mensen met gvFTD in vergelijking met mensen met psychiatrische aandoeningen.

Tot slot adviseert Vijverberg bij deze patiëntengroep om de combinatie van een multidisciplinaire aanpak (met een neuroloog en psychiater) en een langdurige follow-up toe te passen, zolang er geen 100% zekere diagnose gesteld kan worden met het aanvullend onderzoek.

Bron: VUmc


Tags bij dit artikel:


Artikelen met gelijksoortige tags:


Gegevens bij dit artikel:

  • Fotograaf of fotobureau: : INGImages
  • Datum: 24 apr 2024

 


Disclaimer bij dit artikel:
Hoewel wij ernaar streven om correcte en actuele informatie te verschaffen, kunnen wij niet garanderen dat de informatie juist is op het moment waarop deze ontvangen wordt, of dat de informatie na verloop van tijd nog steeds juist is. Informatie binnen het ZorgKrant.nl en het Zorgportaal.nl netwerk zijn niet bedoeld als een medisch advies of ter vervanging van het advies van een arts en/of BIG geregistreerde professional. Op grond van de aangeboden informatie dienen derhalve geen acties te worden ondernomen zonder voorafgaand deskundig advies.


Ongewenst of inhoudelijke vragen over dit artikel?
De meeste berichten binnen onze site zijn afkomstig van onze partners, overheid, belangenorganisaties, universiteiten en kennisorganisaties, etc. Ziet u een fout of heeft u inhoudelijke feedback? neem dan contact op met de bron van het artikel!, aangegeven onderaan ieder artikel.
Ziet u een bericht welke, ondanks onze beperkte controle, ingaat tegen onze gedragscodes, de wetgving, etc. , neem dan a.u.b. contact op met onze redactie!

Aanmelden e-mail nieuwsbrief

ZorgKrant.nl is een initiatief van de stichting Care Net Holland!