Concurrentie tussen ziekenhuizen en tussen zorgverzekeraars zou moeten leiden tot goede ziekenhuisproducten tegen een zo laag mogelijke prijs.
Om gereguleerde concurrentie in de ziekenhuiszorg van de grond te krijgen is er in 2005 een nieuw productsysteem ontwikkeld: de diagnose behandel combinaties (DBC’s), waarbij per diagnose alle bijbehorende behandelingen in het ziekenhuis werden gebundeld tot een “ziekenhuisproduct”. Dit systeem moest het mogelijk maken dat zorgverzekeraars en ziekenhuizen per product contractuele afspraken konden maken over de prijs en kwaliteit. Concurrentie tussen ziekenhuizen en tussen zorgverzekeraars zou moeten leiden tot goede ziekenhuisproducten tegen een zo laag mogelijke prijs. In deze studie gaan we na of gereguleerde concurrentie de prijsvariatie in de ziekenhuiszorg heeft beperkt.
Does managed competition constrain hospitals’ contract prices? Evidence from the Netherlands
Lange tijd was er geen publieke informatie over contractprijzen. In 2016 besloten echter zowel zorgverzekeraar CZ als IJsselmeerziekenhuizen de afgesproken contractprijzen in eenvoudig te downloaden bestanden op hun website te plaatsen.
De contractprijzen vertonen grote prijsvariatie voor dezelfde producten, zowel tussen ziekenhuizen bij verzekeraar CZ als binnen IJsselmeerziekenhuizen tussen verschillende verzekeraars. Zo hanteren bijvoorbeeld veel ziekenhuizen voor dezelfde DBC een behandelprijs die tot twee keer zo hoog of tot drie keer zo laag is als de gemiddelde prijs die CZ betaalt aan een ziekenhuis. Voor ongeveer de helft van alle DBC’s zijn er minimaal twee ziekenhuizen te vinden waarvan de DBC-contractprijs meer dan een factor 3 tot 6 verschilt. De analyse laat zien dat de prijsvariatie vrij willekeurig is en dat er geen goedkope of dure ziekenhuizen zijn. Een ziekenhuis kan dus een hoge behandelprijs hebben voor de ene DBC, maar een lage prijs voor een andere.
Er zijn een aantal mogelijke verklaringen voor deze grote en willekeurige prijsvariatie, te weten: (i) de verschillende kostprijsmethoden die ziekenhuizen hanteren, (ii) grote onzekerheden over de reële prijzen door de vele veranderingen in de regelgeving (iii) de verschuiving in de contractonderhandelingen van prijzen per DBC naar het vaststellen van omzetplafonds of aanneemsommen en (iv) verschillen in marktmacht tussen verzekeraars en ziekenhuizen.
De grote willekeurige verschillen in DBC-prijzen tussen ziekenhuizen en tussen zorgverzekeraars duiden op forse kruissubsidies binnen ziekenhuizen tussen de verschillende DBC’s. We signaleren drie potentiele risico’s bij forse kruissubsidies. Ten eerste kunnen kruissubsidies leiden tot inefficiënte marktuitkomsten wanneer ziekenhuizen de productie van winstgevende DBC’s (“feeders”) opvoeren en verliesgevende DBC’s (“bleeders”) inkrimpen. Ten tweede bemoeilijkt het een adequaat toezicht op de markt. Kruissubsidies doorbreken de relatie tussen de contractprijs en de kostprijs van een DBC waardoor het veel lastiger wordt om na te gaan of er bijvoorbeeld sprake is van te hoge of te lage prijzen bij ziekenhuizen, die bijvoorbeeld een gevolg zijn van excessieve marktmacht. Ten derde, wanneer het DBC’s betreft die onder het eigen risico vallen, kunnen kruissubsidies leiden tot grote verschillen in eigen betalingen voor consumenten die dezelfde behandeling ondergaan.
Tenslotte wordt kort ingegaan op verschillende opties om deze risico’s te beperken.