Uit de cijfers blijkt dat ziekenhuizen zich tot het uiterste hebben ingezet om de reguliere zorg zoveel als mogelijk doorgang te laten vinden
Nederlandse ziekenhuizen zijn er ook in december in geslaagd een groot deel van de zorg doorgang te laten vinden. In december is het geschat aantal patiëntencontacten per week zelfs iets hoger dan in dezelfde maand in 2018 en 2019. Het aantal geregistreerde polikliniekbezoeken (al dan niet op afstand) en operaties ligt rond het niveau van de afgelopen jaren in december.
Uit de cijfers blijkt dat ziekenhuizen zich tot het uiterste hebben ingezet om de reguliere zorg zoveel als mogelijk doorgang te laten vinden. In het voorjaar zagen we een grote terugval in de geleverde zorg in de ziekenhuizen als gevolg van de coronamaatregelen. Ziekenhuizen hebben in de zomer zorg kunnen inhalen en tijdens de tweede en de derde golf fors meer reguliere zorg geleverd dan tijdens de eerste golf. Het aantal wachttijden dat de treeknormen overschrijdt blijft in december gelijk. Bij oncologie zien we dat sinds augustus meer patiënten met kanker worden behandeld dan verwacht kon worden zonder corona. Dit kan duiden op een inhaalslag voor de uitgestelde zorg in het voorjaar.
Meer zorg dan verwacht
Vanaf medio november ligt het aantal geschatte patiëntcontacten in de ziekenhuizen hoger dan in dezelfde periode een jaar eerder. Deze groei is vooral zichtbaar bij academische instellingen, en bij de urgentere zorg. Het aantal verpleegdagen is na de daling in oktober en november weer wat gestegen, en ligt bij de meeste specialismen weer op een normaal niveau. Ook het aantal operaties ligt bij de meeste specialismen in december weer op normaal niveau, uitgezonderd orthopedie en keel-, neus- en oorheelkunde waar minder operaties werden uitgevoerd dan in 2019.
Operaties
Opvallend is dat ziekenhuizen zelf aangeven in Zorgbeeld dat ze in december het aantal beschikbare operatiekamers hebben moeten afschalen. In eerste instantie was dat gemiddeld met 25% maar in de laatste weken van december liep dit op tot 50%. Dit zou betekenen dat er – ondanks de opgegeven afschaling in beschikbare operatiekamers – veel operaties zijn uitgevoerd.
Dit verschil wordt waarschijnlijk verklaard door meerdere factoren, waaronder de kerstperiode. Ook kan het zijn dat de minder complexe en minder tijdrovende operaties – in combinatie met corona – beter in te plannen waren. Ook omdat deze operaties minder beslag leggen op IC-bedden, die veel in gebruik waren voor coronapatiënten. Het kan bijvoorbeeld zo zijn dat 1 complexe operatie (met risico op nazorg op de IC) niet door kon gaan, maar in plaats hiervan meerdere laag complexe en minder tijdrovende operaties plaats konden vinden.
Minder verwijzingen
Het aantal verwijzingen naar de medisch-specialistische zorg en ook het aantal verwijzingen bij klachten die kunnen duiden op kanker blijft ook vorige week wel achter bij wat we zouden verwachten. Op dit moment ligt het aantal verwijzingen dat huisartsen voor patiënten kunnen doen naar ziekenhuizen en zelfstandige klinieken op 77% van wat we onder normale omstandigheden in deze periode zouden verwachten. Voor verwijzingen bij gezondheidsklachten die kunnen duiden op kanker ligt dat percentage op 83%.
Dat is zorgelijk omdat het kan zijn dat mensen te lang doorlopen met klachten die kunnen verergeren waardoor gezondheidsschade ontstaat. Het is dan ook belangrijk dat mensen bij gezondheidsklachten contact opnemen met de huisarts. Die kan beoordelen wat nodig is en doorverwijzen als dat moet.
Ggz
We zien dat het aantal verwijzingen dat huisartsen sinds de zomer voor hun patiënten uitschrijven naar de geestelijke gezondheidszorg stabiel is en vergelijkbaar met wat we zouden verwachten zonder corona. Ook blijkt uit een steekproef bij een aantal ggz-aanbieders dat de zorg al langer op het niveau is dat we zouden verwachten zonder corona-uitbraak. Wel lijkt het nog steeds zo te zijn dat ouderen minder vaak dan verwacht worden opgenomen en behandeld in de ggz.
In de wachttijden signaleren we de laatste maanden weinig veranderingen. Deze zijn vergelijkbaar met 2019 en de eerste maanden van 2020. Uitzonderingen zijn de aanmeldwachttijden voor pervasieve stoornissen en voor aandachtstekort- en gedragsstoornissen. Deze liggen hoger dan in 2019. Voor sommige diagnoses waren de wachttijden al erg hoog, en dat blijft zo.