Vooral de berk zal in de komende dagen en weken hooikoortsklachten veroorzaken

Voor mensen met hooikoorts breekt een minder fijne tijd aan. De eerste berken bloeien en geven pollen af aan de lucht. Naar het paasweekend toe komen geleidelijk meer bomen in bloei. De piekperiode voor berkenpollen verwachten we tussen 10 en 24 april. Naast de berk bloeien de komende weken allerlei andere bomen zoals es, iep en wilg. Hooikoortsklachten kunnen verward worden met COVID-19 klachten.

Na de enorme pollenpiek in de tweede helft van februari, die vooral door de els werd veroorzaakt, zakte de pollenconcentratie geleidelijk aan. De afgelopen week steeg het aantal getelde pollen in de lucht ten opzichte van de week ervoor bij het LUMC van 109 naar 255 pollen en bij het Elkerliek ziekenhuis van 53 naar 657 pollen. Deze toename kwam door het in bloei komen van populier, es en wilg. Door de relatief lage temperaturen in de afgelopen week verliep de ontwikkeling van bomen traag en waren de bloeiomstandigheden niet optimaal. Door de warmte van de afgelopen dagen zijn inmiddels ook de eerste berken tot bloei gekomen. Vooral de berk zal in de komende dagen en weken hooikoortsklachten veroorzaken. Het Elkerliek ziekenhuis telde ook het eerste graspollen.

Koud weer veroorzaakt langdurige overlastperiode boompollen
De zeer hoge temperaturen van de afgelopen dagen heeft de ontwikkeling van de bomen tijdelijk versneld, maar komende dagen duikelt de temperatuur volgens de verwachting van Weeronline omlaag naar waarden rond en vanaf tweede paasdag duidelijk onder de 10 graden. In de nachten kan het soms licht vriezen. Het koude aprilweer lijkt zeker tot aan het volgende weekend aan te houden. Daarna wordt de verwachting onzeker.

Door het koude aprilweer zullen bomen gespreid in bloei komen. Het voordeel daarvan is dat de pollenconcentraties dan niet zo extreem hoog oplopen zoals in februari bij de els. Het nadeel is dat hooikoortspatiënten gedurende een langere periode met pollen geconfronteerd gaan worden. Zo zal de berk langdurig bloeien en sterk allergeen pollen verspreiden. Wie daar gevoelig voor is kan lange tijd overlast ervaren, vooral op dagen waarop het grotendeels droog is.

Ontwikkeling natuur tot twee weken trager dan vorig jaar
Voor de berk zijn de afgelopen week de eerste pollenkorrels in de pollenvallen van het LUMC aangetroffen. Dat is vergelijkbaar met het eerste pollen vorig jaar. Ook in de pollenval van het Elkerliek Ziekenhuis werden berkenpollen aangetroffen maar in vergelijking met vorig jaar is dat ongeveer twee weken later. De ontwikkeling in de natuur ligt momenteel tot twee weken achter op de ontwikkeling vorig jaar. Dat wordt geïllustreerd door het verschil in het moment waarop sierkersen in Ede vorig jaar en dit jaar in bloei kwamen. Overigens zijn sierkersen geen windbestuivers maar insectenbestuivers en verspreiden ze niet tot nauwelijks pollen.

De pollenconcentraties worden standaard gemeten op het dak van de twee ziekenhuizen (LUMC en Elkerliek Ziekenhuis), ongeveer 25 tot 30 meter boven straatniveau. Uit een vorige jaar gepubliceerde studie van het LUMC bleek dat ruim een week voordat op dakniveau de berkenpollenconcentraties beginnen op te lopen, er op straatniveau al duidelijk berkenpollenkorrels meetbaar zijn. Dit betekent dat mensen die zeer gevoelig zijn voor het berkenpollen mogelijk nu al symptomen ontwikkelen.

De komende dagen zullen steeds meer berken in bloei komen waardoor de pollenconcentratie langzaam op zal lopen. Dat betekent dus voor veel mensen hooikoorts met Pasen. Winterse buien spoelen de lucht op tweede paasdag mogelijk wel enkele keren schoon. Op basis van de Pollenplanner van Wageningen University verwachten we op basis van de temperatuur in De Bilt dat tussen 10 en 24 april de piekperiode van berkenpollen te verwachten is. Gedurende deze periode heb je de grootste kans op hoge tot zeer hoge berkenpollenconcentraties. Volgens het Europese Silam model worden vooral in de zuidelijke helft van het land aan het eind van deze week al substantiële berkenpollenconcentraties verwacht. Doordat er een noorden- tot noordwestenwind staat, waait dit pollen naar België en Frankrijk en niet naar de noordelijke helft van Nederland. Het berkenpollenseizoen zal naar verwachting in de eerste week van mei voorbij zijn. Direct aansluitend start dan het graspollenseizoen.

Tot aan tweede paasdag lijkt het droog te blijven. Daarna wordt er dagelijks wat neerslag verwacht die het pollen uit de lucht kan spoelen. De mate waarin hangt af van de intensiteit en de duur van de regen. De hoeveelheid neerslag die verwacht wordt is beperkt en gaat meestal om losse (winterse) buien. Sommige plekken pakken dan meerder buien mee, terwijl het in andere plaatsen droog kan blijven. Indien de wind later in april uit het zuiden komt zal er naast pollen van de Nederlandse berken ook pollen van berken in Frankrijk en België ons land bereiken. Hooikoortspatiënten dienen de komende dagen en weken dus rekening te houden met hooikoortsklachten.

De relatie tussen pollen en COVID-19
De klachten van hooikoorts kunnen verward worden met de klachten van COVID-19. Meestal veroorzaakt hooikoorts geen koorts of reukverlies; dit zijn wel symptomen van COVID-19. Het advies van de overheid ‘denk je aan testen, laat je dan testen’ geldt ook nu. De oplopende hooikoortsklachten zullen waarschijnlijk leiden tot meer COVID-19 testen. Het percentage positieve testen kan daardoor gaan zakken maar hoeft dus niet te betekenen dat de COVID-19 problematiek afneemt.

Er is een mogelijkheid dat door de stijgende pollenconcentraties het aantal besmettingen extra toe zal nemen. Op 9 maart publiceerden we in het wetenschappelijke tijdschrift PNAS een wereldwijd onderzoek dat aantoonde dat meer pollen in de lucht geassocieerd is met meer coronabesmettingen (zie het nieuwsbericht van 9 maart). Het SARS-CoV-2-virus profiteert mogelijk van een verzwakte afweer door pollenblootstelling. Dit is niet alleen het geval bij hooikoortspatiënten, maar ook bij mensen die niet allergisch zijn. In hoeverre de pollenconcentraties dit jaar ook invloed hebben gehad op het verloop van de besmettingscijfers is nog moeilijk te bepalen omdat een groot aantal factoren een rol spelen.