De urgenties die de triagist toekent aan gezondheidsklachten lopen uiteen van U1 ‘zeer urgent/direct levensgevaar’ tot U5 ‘niet urgent/geen kans op schade’

Sinds 2021 zijn verschillende triagecriteria uit de Nederlandse Triage Standaard (NTS) gewijzigd. De triagist op de huisartsenspoedpost gebruikt de triagecriteria om bij het eerste (telefonische) contact met de patiënt de urgentie van diens gezondheidsprobleem in te schatten en zo de mate van zorgverlening in te schalen. Voor verschillende klachten heeft het Nivel onderzocht welk effect het veranderen van de triagecriteria had op urgentietoekenning en dus de zorgverlening. Bij sommige klachten, zoals ‘aanhoudend braken’, bleken de triagisten inderdaad een lagere urgentie toe te kennen en was er minder urgente zorg nodig: een gewenste verschuiving van zorg. Bij andere klachten zagen we geen effect van de wijzigingen, mogelijk omdat de triagecriteria niet doorslaggevend zijn voor het bepalen van de urgentie. Dit blijkt uit onderzoek van het Nivel met gegevens over de huisartsenspoedpost uit Nivel Zorgregistraties Eerste Lijn in opdracht van de stichting Nederlandse Triage Standaard.

De urgenties die de triagist toekent aan gezondheidsklachten lopen uiteen van U1 ‘zeer urgent/direct levensgevaar’ tot U5 ‘niet urgent/geen kans op schade’. We hebben voor verschillende gezondheidsklachten onderzocht wat de wijzigingen in de triagecriteria voor invloed hebben op de toekenning van urgenties. Aangezien de urgentietoekenning voor een gezondheidsklacht ook beïnvloed kan worden door zogenaamde zorgcontextfactoren - denk aan beleidsmaatregelen - hebben we daarnaast onderzocht hoe een specifieke beleidsmaatregel, namelijk die van ‘Spoed=Spoed’, de urgentietoekenning en dus de zorg op de huisartsenspoedpost heeft beïnvloed.

Ook ongewenste effecten na wijzigingen in de triagecriteria
Bij het triagecriterium ‘aanhoudend braken’ werd de relatief hoge urgentie U2 (bedreiging vitale functies of orgaanschade) geadviseerd vanuit de NTS. Wanneer braken gerelateerd was aan niet-urgente gezondheidsproblemen, zoals dehydratie, werd er vaak afgeschaald naar het laagste urgentieniveau U5. Nadat in juni 2022het urgentieniveau gekoppeld aan ‘braken aanhoudend’ was verlaagd naar U3 (reële kans op schade), was het verlagen van de urgentie niet meer noodzakelijk voor de triagist. Gevolg was dat er aan de ene kant inderdaad minder hoge urgenties werden toegekend, van U2 naar U3 (in lijn met de wijziging), maar er aan de andere kant ook minder werd afgeschaald naar het laagste urgentieniveau U5. Er ontstond dus ook een onterechte verschuiving naar een hoger urgentieniveau (U3). Vervolgonderzoek zal moeten uitwijzen of dit ook een verschuiving in de geboden zorg tot gevolg heeft.

Beleidsmaategel ‘Spoed=Spoed’ vooralsnog weinig impact op nachtelijke huisartsenspoedzorg
De beleidsmaatregel ‘Spoed=Spoed’ is sinds 2020 steeds vaker ingevoerd en wordt gehanteerd naast de reguliere urgentie-indeling van klachten (van U1 naar U5) door de triagist. Ook deze maatregel heeft als doel de werkdruk op huisartsenspoedposten te verlagen: namelijk door ’s nachts alleen patiënten met een acute zorgvraag langs te laten komen (U2 of een hogere urgentie, en alleen in uitzonderlijke gevallen U3). De invoer van deze beleidsmaatregel leek op de korte termijn alleen bij een beperkt aantal huisartsenspoedposten tot het gewenste effect te hebben geleid: bij deze huisartsenspoedposten zagen we inderdaad dat er minder nachtelijke huisartscontacten waren of dat het aandeel hoog-urgente zorgcontacten toenam. De ervaringen van triagisten met ‘Spoed=Spoed’ zijn wisselend: sommigen zien op tegen de invoer, terwijl anderen na invoer de positieve effecten van ‘zinnigere zorg in de nacht’ ervaren.

Over het onderzoek
Voor het onderzoek hebben we gebruikgemaakt van gegevens uit Nivel Zorgregistraties Eerste Lijn, over triage bij de huisartsenspoedposten in de periode 2021-2023. Daarnaast hebben triagisten van verschillende huisartsenspoedposten door heel Nederland tijdens een focusgroep meer verdieping gegeven aan de gevonden resultaten. Toepassing van deze methodieken heeft geleid tot inzicht in hoe veranderingen in de Nederlandse Triage Standaard en de landelijke beleidsmaatregel ‘Spoed=Spoed’ doorwerken in de dagelijkse praktijk op de huisartsenspoedposten.

Bron: Nivel