Een stijgende zorgvraag en capaciteitstekorten verhogen de druk op de wachttijden

De aanpak van de wachttijden in de geestelijke gezondheidszorg is een ingewikkeld probleem. De oplossing ligt op meerdere gebieden, die elkaar onderling beïnvloeden. Een stijgende zorgvraag en capaciteitstekorten verhogen de druk op de wachttijden. De samenwerking om deze te verlagen gaat steeds beter. Het is belangrijk zicht te krijgen op het effect van deze samenwerking op de wachtlijsten. Daarnaast zijn landelijke én regionale afspraken nodig over onderlinge verantwoordelijkheden en wederzijdse verwachtingen.

Dat schrijven de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) op basis van gezamenlijk toezicht in verschillende regio’s.

Toezicht IGJ en NZa
IGJ en NZa voeren bovenop het afzonderlijke toezicht op de zorgaanbieders en de zorgverzekeraars gezamenlijk toezicht uit. Eind 2020 constateerden zij onder meer dat de wachttijden in de geestelijke gezondheidszorg alleen korter kunnen worden als er beter wordt samengewerkt bij het verwijzen en doorverwijzen van mensen met psychische problemen. Zorgverzekeraars moeten daarin meedoen door de afspraken die ze met zorgaanbieders maken. 

In 2021 voerden IGJ en NZa toezicht uit om zicht te houden op de gezamenlijke aanpak van de partijen in de regio’s. Hiervoor spraken zij in de acht regio’s met de hoogste wachttijden over de opzet en uitvoering van de regionale plannen.   

Beïnvloedbare en moeilijk beïnvloedbare factoren  Op een aantal factoren hebben de betrokken partijen in de zogenoemde taskforces invloed. Zo is binnen de regio’s de samenwerking verbeterd, maar goede samenwerking opbouwen vraagt ook tijd. Meerdere regio’s zitten in de overgangsfase van het maken van plannen naar de uitvoering. Dit maakt dat resultaten nu nog niet zichtbaar zijn. Ook is meer inzicht nodig om de regionale vraag en het beschikbare aanbod van geestelijke gezondheidszorg in beeld te hebben. 

De betrokken partijen in de regio’s laten meer dan voorheen zien de wachttijden gezamenlijk aan te pakken. De onafhankelijke zogenoemde ‘versnellers’ hebben een positieve invloed op de samenwerking, opzet en uitvoering van de plannen in de regio’s.   

De stijgende zorgvraag maakt het moeilijk de wachttijden terug te dringen. Daarnaast komen oplossingen voor de gezamenlijke aanpak van wachttijden niet altijd overeen met de financiële belangen van de individuele zorgaanbieder. Daarbij kennen de betrokken partijen in de regio elkaar soms nog niet goed en is het onderlinge vertrouwen nog laag.

Verbeterpunten en aanbevelingen
De inspectie en de NZa zien verbeterpunten per sector. Bij de afstemming tussen huisartsen en ggz is het benoemen van ieders verantwoordelijkheden nodig. Verder zijn niet alle  ggz-partijen aangesloten bij de regionale taskforces. Vooral kleinere aanbieders en vrijgevestigden zijn weinig betrokken. Deze capaciteit kan beter worden benut. Ook lijkt de samenwerking tussen zorgaanbieders en zorgverzekeraars voor verbetering vatbaar. 

Om onderscheid te maken tussen dat wat partijen zelf kunnen doen en wat op landelijk niveau moet gebeuren doen IGJ en NZa aanbevelingen aan de regionale taskforces, de landelijke koepels in de Stuurgroep wachttijden ggz en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. 

Toezicht op regionale aanpak wachttijden ggz: resultaten verkenning mei-juli 2021