Bij mensen met de ziekte van Von Willebrand gaat er iets mis in de bloedstolling

Wetenschappers van het Erasmus MC hebben ontdekt dat de bloedstollingsziekte van Von Willebrand niet altijd veroorzaakt wordt door een fout in het gelijknamige gen. Ook een probleem bij de uitscheiding van het stollingseiwit kan de ziekte teweegbrengen, toonden zij aan.

Bij mensen met de ziekte van Von Willebrand gaat er iets mis in de bloedstolling. Meestal komt dat doordat hun lichaam te weinig of een slecht werkende versie van het stollingseiwit Von Willebrand factor aanmaakt. Dat eiwit werkt als een soort pleister om een bloeding te stelpen.  

Bij ongeveer twintig procent van de mensen met de ziekte van Von Willebrand is iets geks aan de hand. Zij hebben géén fout in het Von Willebrand factor-gen, maar wél te weinig stollingseiwit in hun bloed. ‘We zijn al jaren op zoek naar wat bij deze mensen de oorzaak van de ziekte is’, zegt hematoloog prof. dr. Frank Leebeek van het Erasmus MC.  Een recente studie van de afdeling Hematologie, gepubliceerd in Blood, wijst een nieuwe oorzaak aan.  

Bloeding gestelpt
Niet alleen problemen met het stollingseiwit zelf, maar ook de uitscheiding daarvan vanuit de vaatwand blijkt de ziekte van Von Willebrand te kunnen veroorzaken. In cellen aan de binnenkant van bloedvaten zitten een soort silo’s waarin het stollingseiwit wordt opgeslagen, de zogenoemde Weibel-Palade bodies. Zodra een bloeding gestelpt moet worden, komt een cascade van andere eiwitten in actie die samen zorgen dat Von Willebrand factor vanuit de Weibel-Palade bodies in het bloed terecht komt.

Als in dat uitscheidingsproces iets misgaat, kan dat ook leiden tot te weinig Von Willebrand factor in het bloed en stollingsproblemen, laten de onderzoekers onder leiding van dr. Ruben Bierings van de afdeling Hematologie nu zien.  

Dit is een belangrijke ontdekking voor hematologen, legt Leebeek uit. ‘Als we begrijpen waar de ziekte vandaan komt, kunnen we beter behandelen. De voorkeursbehandeling van de ziekte van Von Willebrand is het stimuleren van de uitscheiding van het stollingseiwit met een medicijn. Bij patiënten bij wie de fout in dat proces zit, heeft die behandeling waarschijnlijk geen zin. Dan moeten we overstappen naar een andere behandeling.’  

Bijzondere patiënten
Het spoor naar de ontdekking liep via een bijzondere groep patiënten. Het gaat om mensen met een mutatie in het MADD-gen. ‘Wereldwijd zijn er maar 26 patiënten bekend, waarvan we er met hulp van kinderartsen uit Tsjechië, Duitsland en België drie in onze studie hebben geïncludeerd’, vertelt promovendus Sophie Hordijk. ‘Uit fundamenteel onderzoek hadden we al een vermoeden dat het MADD-eiwit belangrijk is voor de uitscheiding van Von Willebrand factor in het bloed. In theorie zouden deze patiënten dus ook stollingsproblemen moeten hebben. Nu laten we via experimenten met cellen van de drie patiënten voor het eerst zien dat het inderdaad zo werkt in het lichaam’, legt Hordijk uit.  Ze bracht het uitscheidingsproces van Von Willebrand factor vanuit MADD-patiëntcellen live onder de microscoop in beeld bij de St George’s University in Londen.  

Vanwege de zeldzaamheid van de mutatie verklaren MADD-patiënten waarschijnlijk maar een klein deel van de twintig procent van de patiënten met de ziekte van Von Willebrand zonder aanwijsbare oorzaak. Toch kan dit het begin zijn van meer diagnoses, denkt Hordijk. ‘Dit verbreedt onze blik. We kunnen nu gerichter zoeken naar mutaties in andere eiwitten die betrokken zijn bij de secretie van Von Willebrand-factor.’ 

Voor de studie werd ook samengewerkt met wetenschappers van Sanquin in Amsterdam. 

Bron: Erasmus MC