Chronische nierschade leidt lang niet altijd tot waarneembare klachten
Door de vergrijzing neemt het aantal mensen met één of meer chronische aandoeningen toe. Zo ook het aantal mensen met chronische nierschade. Hoe eerder het wordt ontdekt, des te groter de kans dat verdere achteruitgang kan worden vertraagd of gestopt. Het Nivel onderzocht in opdracht van de Nierstichting of mensen met chronische nierschade tijdig genoeg worden opgespoord. En of het wenselijk en haalbaar is om de vroegopsporing van deze mensen verder uit te breiden.
Chronische nierschade leidt lang niet altijd tot waarneembare klachten en wordt vaak pas opgemerkt als de nieren nog maar voor 30 procent of minder functioneren. Daardoor krijgen niet al deze mensen een behandeling die gericht is op het vertragen van verdere achteruitgang. Tijdig opsporen van deze mensen is belangrijk maar niet eenvoudig te realiseren, zo blijkt uit het onderzoek.
Helft van patiënten met chronische nierschade wordt niet opgespoord
Uit onderzoek blijkt dat zo’n 10% van de Nederlandse bevolking chronische nierschade heeft. Daarvan is naar schatting de helft bekend; zij worden met name bij de huisarts geïdentificeerd doordat zij andere aandoeningen hebben waarbij de nierfunctie wordt bepaald (zoals diabetes of een hart- en vaatziekte). De andere helft van de mensen met chronische nierschade, dus zo´n 5% van de bevolking, blijft onbekend in de zorg. Juist het opsporen van deze mensen is lastig, omdat zij vaak geen klachten of specifieke kenmerken hebben en niet binnen de risicogroepen vallen.
Breder screenen nu nog niet haalbaar
Aan de hand van de tien criteria van Wilson en Jungner voor het bepalen of screening wenselijk en (kosten)effectief is, hebben screeningsexperts breder screenen op chronische nierschade besproken. Zij gaven aan voor een aantal criteria meer informatie nodig te hebben. Zo is er behoefte is aan meer kennis over het natuurlijk beloop van nierschade, over de doelgroepen die met de huidige opsporingsprocedures worden gemist en over de vraag of vroege opsporing voor deze doelgroepen gezondheidswinst geeft.
Ook de experts op het gebied van chronische nierschade (CNS-experts) hebben aangegeven dat breder screenen wenselijk is. Er is echter onvoldoende kennis en consensus over hoe de screening het best verbeterd kan worden en bij welke groepen dit het meest effectief is. Iedereen screenen lijkt te duur en te arbeidsintensief. Gericht screenen wordt bemoeilijkt omdat deze mensen vaak geen klachten of specifieke kenmerken hebben en niet binnen de risicogroepen vallen. Op dit moment lijkt uitbreiden van screenen dan ook niet haalbaar.
Verbetering mogelijk door beter monitoren en opportunistisch screenen
De CNS-experts hebben enkele suggesties gedaan om mensen met een chronische nierschade beter op te sporen en te volgen. Zo raden zij aan om bij alle patiënten bij wie volgens de richtlijnen de nierfunctie moet worden gemeten, deze daadwerkelijk geregeld te bepalen en de behandeling indien nodig aan te passen.
Het onderzoek
Het Nivel heeft in opdracht van de Nierstichting uitgebreid literatuuronderzoek gedaan naar de mogelijkheden en belemmeringen voor het screenen op chronische nierschade in de (inter)nationale wetenschappelijke literatuur en in richtlijnen. Daarnaast zijn er twee bijeenkomsten met focusgroepen geweest één met screeningsexperts en één met CNS-experts.