De ziekte van Stargardt is een erfelijke aandoening die het netvlies (gele vlek/macula) aantast

Bij de milde vorm van de ziekte van Stargardt, een erfelijke oogziekte, krijgen vrouwen vaker problemen met zicht dan mannen. Dat blijkt uit onderzoek waarop Stéphanie Cornelis promoveert aan het Radboudumc. Deze kennis is belangrijk voor de prognose van de ziekte en een meer geïndividualiseerde behandeling.

De ziekte van Stargardt is een erfelijke aandoening die het netvlies (gele vlek/macula) aantast. De ziekte ontstaat door fouten (mutaties) in het ABCA4-gen en het is de meest voorkomende vorm van zichtverlies. Ongeveer 1 op de 10.000 mensen krijgt ermee te maken. Afhankelijk van de mutatie in het gen kan de ziekte ernstig zijn en al op jonge leeftijd leiden tot blindheid. Andere mutaties zijn juist mild en leiden pas op wat latere leeftijd of zelfs niet tot zichtproblemen. Omdat elke ouder een mutatie in het ABCA4-gen kan overdragen - je hebt van beide ouders een mutatie nodig om daadwerkelijk de ziekte te ontwikkelen - zit er enorm veel variatie in het tijdstip waarop de ziekte zich openbaart en de ernst ervan. Op dit moment is er nog geen therapie beschikbaar.

Tweeduizend mutaties wegen
“We zien inderdaad enorm veel variatie bij de ziekte van Stargardt”, zegt onderzoeker Stéphanie Cornelis. “Het ABCA4-gen bestaat uit zesduizend nucleotiden, uit zesduizend genetische letters. In mijn onderzoek heb ik ruim tweeduizend mutaties in personen met Stargardt op een rij gezet die zouden kunnen bijdragen aan de ziekte. Vervolgens heb ik in kaart gebracht of, en zo ja, hoeveel die afzonderlijke mutaties precies bijdragen aan de ziekte. Op basis daarvan kun je voor mensen met de ziekte van Stargardt nu ook een behoorlijk betrouwbare inschatting maken hoe groot de kans is op de ziekte bij eventuele kinderen. Die bedraagt tussen twee tot vier procent.”

Milde vorm vaker bij vrouwen
Toch blijkt uit het onderzoek dat niet alleen de genetische factoren de ernst en aanvang van de ziekte bepalen. Er spelen nog meer factoren een rol. Cornelis: “In verschillende patiëntengroepen uit Nederland, Frankrijk en Engeland zagen we vooral bij de milde vormen van de ziekte van Stargardt een opmerkelijk verschil. Bij die milde vorm komt de ziekte de helft vaker voor bij vrouwen dan bij mannen. Dat is een groot verschil dat niet is te herleiden tot de genetische mutaties. Ogenschijnlijk spelen geslacht of gender dus ook een rol.”

Beschermen of bevorderen
Waarom spelen die verschillen tussen vrouwen en mannen juist bij de milde variant zo duidelijk op? “Mogelijk zien we die invloed niet bij de ernstige vormen omdat die zich sowieso ontwikkelt, ook zonder eventuele andere factoren”, zegt Cornelis. “Juist bij de milde vormen kunnen andere factoren mogelijk nog enige invloed uitoefenen. Of dat beschermende factoren zijn bij de man of bevorderende factoren die bij de vrouw; we weten het niet. We weten evenmin of het gaat om hormonale, immunologische of nog andere invloeden. Dat moet verder onderzoek ophelderen. In elk geval kunnen we de zorg beter op de individuele persoon met de ziekte van Stargardt afstemmen doordat we de genetische en geslachtsverschillen beter in beeld hebben gebracht.”

Bron: Radboudumc