De grootste boosdoener: de productie van de pembrolizumab en nivolumab in de fabriek
De CO2-uitstoot van twee veelgebruikte kankerbehandelingen kan omlaag, zonder in te leveren op de werkzaamheid van de medicijnen. Dat blijkt uit onderzoek van de apotheek van het Erasmus MC. ‘Er valt nog een wereld te winnen.’
Bij alles wat nodig is om één kankerpatiënt te behandelen met één dosis pembrolizumab of nivolumab komt tot wel 140 kg CO2 vrij. Ongeveer evenveel als bij een ritje van 725 km in een benzineauto. Pembrolizumab en nivolumab zijn immuuntherapieën die toegediend worden via een infuuszak, in het Erasmus MC zo’n 4700 keer per jaar.
In het Erasmus MC bepaalt het gewicht van de patiënt de dosis pembrolizumab en nivolumab. Daardoor is er voor alle patiënten bij elkaar minder medicijn nodig dan wanneer apothekers de door de fabrikant geadviseerde standaarddosis volgen. Met deze manier van werken zijn de geneesmiddelen even effectief, én het scheelt een hoop kosten, bleek uit eerder onderzoek van apotheker Ruben Malmberg en zijn collega’s.
Nu blijkt uit vervolgonderzoek dat de op gewicht gebaseerde dosering ook CO2 bespaart. Tot 11 procent bij nivolumab, tot 26 procent bij pembrolizumab. De onderzoekers publiceren hun resultaten in Lancet Planetary Health.
Ontdekkingsreis
De CO2-uitstoot berekenen was een hele ontdekkingsreis voor de onderzoekers, vertelt Malmberg. ‘We hebben alle stappen in het proces meegenomen. De productie van de geneesmiddelen in de fabriek, het reizen van patiënten en personeel naar ons ziekenhuis, energieverbruik van het gebouw dat we kunnen toeschrijven aan de behandeling, alle medische hulpmiddelen die nodig zijn voor het bereiden van één infuus, en het afval dat daarbij ontstaat.’
Bijna alles bleek in het niet te vallen bij de grootste boosdoener: de productie van de pembrolizumab en nivolumab in de fabriek. Die was genoeg voor 93 procent van de totale CO2-uitstoot. Dit komt vooral door het soort medicijn: pembrolizumab en nivolumab zijn zogeheten monoklonale antilichamen. Om deze medicijnen te maken, zijn levende cellen nodig. Die worden gebruikt als kleine fabriekjes. ‘Stel je grote roestvrijstalen vaten voor. Daar wordt een soort bier gebrouwen voor een aantal weken. Daaruit filteren ze dan het medicijn’, legt Malmberg uit. ‘Dat geheel moet op een bepaalde temperatuur blijven. Het moet steriel blijven. Na afloop moeten ze de reactorvaten helemaal reinigen met stoom.’ Dat alles kost een hoop energie.
De grootste boosdoener: de productie van de pembrolizumab en nivolumab in de fabriek
Veel meer dan nodig is bij het maken van bijvoorbeeld chemotherapeutica, die geproduceerd worden met chemische reacties. ‘Dat is een hele andere productietechniek’, vertelt Malmberg. ‘We gaan steeds meer van de chemotherapie naar complexe geneesmiddelen, zoals de monoklonale antilichamen.’ Het resultaat: meer CO2-uitstoot.
Paradox
Er was vanuit de gezondheidszorg lange tijd weinig aandacht voor de eigen CO2-voetafdruk. Ondanks het feit dat de sector verantwoordelijk is voor 7 procent van de CO2-uitstoot in Nederland. ‘We zitten in een soort paradox’, vertelt Malmberg. ‘In ziekenhuizen gaat het om mensen beter maken. Daar doen we alles voor. Maar de CO2-uitstoot van de gezondheidszorg draagt bij aan klimaatverandering. En dat heeft weer negatieve effecten op de volksgezondheid. Denk aan extreme hitte of overstromingen.’
De CO2-voetafdruk van ziekenhuizen verlagen, begint met onderzoek, stelt Malmberg. ‘We kunnen niet zomaar de helft van de ziekenhuizen sluiten. We willen gewoon zorg blijven leveren, maar op een manier die minder vervuiling met zich meebrengt. Daarom is er onderzoek op microniveau, per zorgpad nodig. Zodat je weet aan welke knoppen je moet draaien. Zulk onderzoek zou je eigenlijk uit willen voeren voor alle geneesmiddelen die je gebruikt. Er valt dus nog een wereld te winnen.’
Beoordelingscriterium
Wat volgens Malmberg ook zou helpen is transparantie van de geneesmiddelenfabrikanten over de CO2-uitstoot tijdens de productie van afzonderlijke geneesmiddelen. ‘Die cijfers zijn heel moeilijk te vinden’, vertelt hij. Voor zijn onderzoek klopte de apotheker aan bij de fabrikanten van pembrolizumab en nivolumab. Zonder succes. Hij baseerde de cijfers daarom op een studie van andere onderzoekers, die de CO2-uitstoot die vrijkomt bij de productie van nivolumab zélf berekenden.
‘Als we de CO-uitstoot vanuit de gezondheidszorg willen verlagen, zal er meer openheid moeten komen over de CO2-cijfers. Linksom of rechtsom’, stelt Malmberg. ‘Je zou willen dat de geneesmiddelenautoriteit ook kijkt naar CO2-uitstoot, wanneer ze beslissen of een medicijn toegang tot de markt krijgt. CO2-uitstoot is nu geen beoordelingscriterium. Dat zou het wel moeten zijn.’
Bron: Erasmus MC