Het gezondheidsconcept van Machteld Huber heeft in korte tijd veel bijval gekregen
Het gezondheidsconcept Positieve Gezondheid wil mensen handvatten geven om de eigen gezondheid te verbeteren. Het ontwikkelen van veerkracht en eigen regie staat erin centraal. De cliëntenkoepels Ieder(in), Mind en Patiëntenfederatie Nederland hebben onderzocht wat dit concept mensen met een beperking of chronische aandoening te bieden heeft. Het model is waardevol, is de conclusie, maar het miskent de gezondheidseffecten van maatschappelijke barrières. Volgende week dinsdag gaan de koepels en ervaringsdeskundigen hierover in gesprek met Machteld Huber.
Het gezondheidsconcept van Machteld Huber heeft in korte tijd veel bijval gekregen. Meer dan de helft van de gemeenten gebruikt de term in hun laatste gezondheidsnota. Grote zorgverzekeraars hebben het omhelsd. En veel mensen vullen de zelftest in – via mijnpositievegezondheid.nl – om te kijken hoe gezondheid ze zijn en waar ze nog gezondheidswinst kunnen boeken.
Het aantrekkelijke van het concept is dat het niet meer om de ziekte of beperking gaat, maar om de manier waarop mensen omgaan met de uitdagingen waarvoor de ziekte ze stelt. Veerkracht en eigen regie zijn bepalender voor je gevoel van gezondheid dan de ziekte zelf, vindt Machteld Huber.
Het concept getoetst aan praktijkervaringen
De drie koepels hebben – in het kader van het programma PG werkt samen – gekeken wat de betekenis van het gezondheidsconcept is voor mensen met een beperking. Daarbij hebben ze ingezoomd op meedoen aan de maatschappij; iets wat ook door Huber als één van de belangrijke voorwaarden voor gezondheid wordt gezien.
De cliëntenkoepels hebben hiervoor drie jaar onderzoek onder de loep genomen naar de praktijkervaringen van mensen met een beperking met wonen, werk en onderwijs. Daaruit bleek dat meedoen aan de samenleving voor mensen met een beperking een lastige opgave is.
Individuele kwaliteiten maken daarbij zeker verschil. Een positieve houding en doorzettingsvermogen maken het makkelijker om mee te doen aan de samenleving. Open zijn over je aandoening pakt vaak positief uit (maar helaas niet altijd!). En als er aanpassingen nodig zijn om goed te functioneren op je woon-, werk of leerplek, dan helpt het om daarover in gesprek te gaan met medebewoners, leidinggevenden of begeleiders.
Individuele benadering schiet tekort
Maar veel ligt ook buiten de eigen invloedsfeer. Acceptatie door anderen – zoals medeleerlingen of buurtbewoners – kun je niet afdwingen. En ook maatschappelijke structuren leveren vaak onoverkomelijke problemen op. Zoals een tekort aan toegankelijke woningen, waardoor zelfstandig wonen niet lukt. Of de financiële risico’s voor werkgevers, waardoor je geen vast werk krijgt.
De cliëntenkoepels concluderen daarom dat Positieve Gezondheid tekortschiet met alleen een individuele benadering van gezondheid. Het effect op de gezondheid van maatschappelijke factoren blijft zo buiten beschouwing. Het zou een enorme verrijking zijn als het concept de maatschappelijke context ook zou meewegen, stellen ze. “Want de grootste gezondheidswinst valt te boeken als je én de maatschappelijke factoren verbetert én werkt aan de persoonlijke veerkracht en eigen regie.”
Gesprek met Machteld Huber
Volgende week dinsdag gaat Machteld Huber over het onderzoek in gesprek met ervaringsdeskundigen en vertegenwoordigers van Ieder(in), Mind en Patientenfederatie.