Het Capaciteitsorgaan acht een hogere instroom in de vervolgopleidingen nodig om zorgaanbod en zorgvraag niet verder uit elkaar te laten lopen

Er zijn nu al grote arbeidsmarkttekorten voor veel beroepsgroepen (bijvoorbeeld specialisten ouderengeneeskunde, artsen Verstandelijk Gehandicapten, verslavingsartsen, sociaal geneeskundigen (bedrijfsarts, verzekeringsarts, jeugdarts), klinisch (neuro)psychologen en verpleegkundig specialisten GGZ). Bij deze beroepsgroepen is ook een hoge uitstroom te verwachten evenals veelal ook een forse groei van de zorgvraag. Het Capaciteitsorgaan acht een hogere instroom in de vervolgopleidingen nodig om zorgaanbod en zorgvraag niet verder uit elkaar te laten lopen.

Bij veel beroepen is sprake van een hoge vervangingsvraag. Zo is het aantal huisartsen de afgelopen drie jaren toegenomen met iets meer dan 5%, maar de komende tien jaar zal ook 28% van de huisartsen uitstromen uit het vak. De uitstroom betreft niet alleen gepensioneerden. Het is cruciaal zorgprofessionals te behouden voor de zorg door een prettige en gezonde werkomgeving. De komende tien jaar zal de vraag naar huisartsen naar verwachting groeien met meer dan 10%.

Bij de physician assistant en de verpleegkundig specialist algemene gezondheidszorg wordt per jaar een groei van de vraag verwacht van respectievelijk 8,3% en 5,4%. Die forse groei komt, net als bij de GZ-psychologen, onder andere voort uit substitutie (taakherschikking ten opzichte van andere professionals). Voor de GZ-psychologen adviseert het Capaciteitsorgaan daarom om (tijdelijk) de instroom meer dan te verdubbelen.

Een forse groei van de instroom is ook nodig voor een aantal gespecialiseerde verpleegkundige vervolgopleidingen. Dat geldt bijvoorbeeld voor de IC-verpleegkundige. De instroom is de afgelopen jaren al fors toegenomen, maar blijft nog achter bij het maximaal aantal beschikbare opleidingsplaatsen. Er is al een langdurige trend gaande dat het aantal IC-verpleegkundigen afneemt. Het aantal reguliere patiënten op de IC daalt, maar door COVID is er sprake geweest van een stijging van patiënten en een langere behandelduur. Bij COVID zijn daarbij ook andere beroepsgroepen als anesthesiemedewerkers en operatieassistenten ingezet.

Een krapper wordende arbeidsmarkt roept de vraag op welke instroom nog is te realiseren wanneer zorgvraag en zorgaanbod steeds verder uiteen lopen. Zo wordt bij vrijwel de hele sociale geneeskunde al jaren te weinig opgeleid waardoor ook nu de geadviseerde instroom heel hoog is. Voor diverse sociaal geneeskundige opleidingen blijkt het moeilijk om basisartsen te enthousiasmeren voor de opleiding. Financiering van opleidingen en betere arbeidsvoorwaarden voor sociaal geneeskundigen kunnen de interesse voor de sociaal geneeskunde verhogen.

Jaarlijks brengt het Capaciteitsorgaan ook een instroomadvies uit voor de initiële opleiding geneeskunde, welke opleidt tot basisarts. Naast de basisartsen die een vervolgopleiding willen doen, lijkt er ook een groep van basisartsen te ontstaan die basisarts wil blijven. Ook bij werkgevers lijkt er een toenemende behoefte om basisartsen in te zetten in de zorg. De ontwikkelingen van de afgelopen jaren geven aanleiding op een andere wijze te gaan kijken naar de behoefte aan basisartsen en de impact daarop voor het instroomadvies. In het komend jaar zal het Capaciteitsorgaan hier nader onderzoek naar gaan verrichten ten einde deze ontwikkeling ook een plek te gaan geven in de raming.

Een andere vraag – die actueel is door het Integraal Zorg Akkoord en rapporten over tekorten in de zorg – is of het in de toekomst mogelijk is de vraag naar zorg te beperken zodat uiteindelijk kan worden volstaan met een lagere instroom in (vervolg)opleidingen. Het Capaciteitsorgaan vindt het van belang in volgende ramingen (meer) stil te staan bij haalbaar ramen. Een ander aandachtspunt is het verkrijgen van inzicht in de regionale arbeidsmarkt en de regionale tekorten en wat dat betekent voor de regionale instroom in opleidingen.

Voor meer informatie zie integraal overzicht Capaciteitsplan 2024-2027 en de deelrapporten 2 tot en met 9 voor de ramingen van de afzonderlijke beroepsgroepen.

Het Capaciteitsorgaan is een onafhankelijke stichting met een bestuur dat bestaat uit 3 partijen: de beroepsgroepen, de opleidingsinstellingen, en de zorgverzekeraars. De taken van het Capaciteitsorgaan bestaan uit het geven van een advies aan de ministers van VWS en OCW over de gewenste instroom in diverse (medische) vervolgopleidingen in de zorg en in de initiële opleiding geneeskunde. Dit advies is gebaseerd op het streven naar een evenwicht tussen de zorgvraag en het zorgaanbod. Bij dit advies zijn vele experts en veldpartijen betrokken. Daarnaast geeft het Capaciteitsorgaan informatie en voorlichting aan veldpartijen. Voor de uitvoering van haar werkzaamheden laat het Capaciteitsorgaan voortdurend onderzoek doen naar ontwikkelingen in vraag en aanbod. www.capaciteitsorgaan.nl