Persoonsvolgende zorg kan nu in heel Nederland
Het is goed mogelijk om langdurige zorg zo te organiseren dat de wensen van de cliënt daarin centraal staan. De Nederlandse Zorgautoriteit heeft de randvoorwaarden die daarvoor nodig zijn in de bekostiging het afgelopen jaar aangepast. Waar het eerder nodig was om de (bekostigings-)regels hiervoor via een experiment aan te passen, hoeft dat nu niet meer om persoonsvolgende zorg te kunnen leveren.
‘’We hebben het afgelopen jaar de regels aangepast, zodat de effecten die we in het experiment wilden bereiken ook in andere regio’s gerealiseerd kunnen worden,’’ aldus Marian Kaljouw, voorzitter van de Raad van Bestuur van de NZa.
“Persoonsvolgende zorg kan nu in heel Nederland.”
De NZa adviseert dan ook om het experiment persoonsvolgende zorg dat tot het eind van dit jaar loopt in Rotterdam en Limburg, niet te verlengen. Het experiment startte in 2017 in Rotterdam voor de gehandicaptenzorg en in Limburg in de verpleging en verzorging. Doel daarvan is de cliënt de vrijheid te geven om zorg af te nemen bij de aanbieder van zijn voorkeur, zonder daarin belemmerd te worden door bestaande regels.
Een mooi resultaat van het experiment is dat door betrokken zorgaanbieders, het zorgkantoor en het projectteam in de regio’s veel is geïnvesteerd in de onderlinge samenwerking. Zij hebben initiatieven ontplooid om cliënten vroeg te informeren over hun keuzemogelijkheden en zijn in gesprek gegaan met de cliënt over de vraag welke zorg het best passend is.
Dat moet ook in de andere regio’s goed geregeld worden, stelt de NZa. Zorgkantoren hebben daar een belangrijke rol in, in het kader van hun wettelijke taak als cliëntondersteuner. Zij kunnen een cliënt ondersteuning aanbieden, waarbij een onafhankelijk adviseur met hem nagaat welke zorg het best past bij zijn wensen en bij welke aanbieder hij daarvoor terecht kan.