Volgens ActiZ is het niet óf thuis óf in het verpleeghuis, maar juist én-én: als het thuis echt niet meer kan, moet er een plek in het verpleeghuis zijn
Het kabinetsbeleid om geen extra verpleeghuisplaatsen meer te realiseren, is niet goed onderbouwd. Zonder de juiste randvoorwaarden brengt deze maatregel grote risico’s met zich mee. Voor de ouderen zelf, maar ook voor de zorgketen. Ook is de verwachte besparing beperkt. Dat concludeert ActiZ op basis van een onderzoek door bureau SiRM. ActiZ pleit ervoor dat er naast het stimuleren van langer thuis wonen ook ruimte is voor uitbreiding van het aantal verpleeghuisplaatsen.
Over het onderzoek
Volgens het kabinetsbeleid komen er geen verpleeghuisplekken meer bij: de huidige capaciteit verpleeghuisplekken van ca. 130.000 wordt in stand gehouden, en de toekomstige groei van de vraag naar verpleegzorg wordt volledig via verpleegzorg thuis geleverd. Dit kan ook in geclusterde setting plaatsvinden. Bij verpleegzorg thuis zijn wonen en zorg gescheiden: anders dan in het verpleeghuis betaalt de cliënt huur (of woont deze in een eigen woning). Deze maatregel is onderdeel van het WOZO-programma. ActiZ staat achter de uitgangspunten van de WOZO-beweging: zelf als het kan, thuis als het kan, digitaal als het kan, maar heeft én houdt zorgen over de randvoorwaarden.
Omdat het scheiden van wonen en zorg een beleidsmaatregel is met grote impact, heeft ActiZ SiRM gevraagd te onderzoeken wat de effecten zijn op de toegankelijkheid, betaalbaarheid en kwaliteit van zorg. SiRM heeft hiervoor vier scenario's in kaart gebracht en doorgerekend.
Financiële besparing minder dan geraamd
Mireille de Wee, voorzitter ActiZ-kerngroep Wonen en zorg: ‘Uit het onderzoek komt naar voren dat de financiële besparing in alle gevallen kleiner is dan door het kabinet geraamd. Bovendien zijn er risico’s voor de kwaliteit en toegankelijkheid van de zorg, als de benodigde randvoorwaarden niet worden ingevuld: er moet voldoende mantelzorg beschikbaar zijn én er moet een passende woning zijn (bijvoorbeeld in een geclusterde woonvorm).’
In het meest gunstige scenario zijn alle randvoorwaarden op orde: er zijn genoeg passende en vooral geclusterde woningen en voldoende mantelzorg. Er is dan inderdaad een financiële besparing, maar die is kleiner dan door het kabinet geraamd: 470 miljoen in 2040 in plaats van 720 miljoen. In het slechtste scenario zijn beide zaken niet op orde. Er is dan géén besparing en de ouderenzorg -die nu al onder grote druk staat- raakt nog meer overbelast. Dit komt onder meer doordat de reistijd van zorgmedewerkers toeneemt. En doordat de onplanbare zorg thuis moeilijk te organiseren is. Ook voor de rest van de zorgketen, bijvoorbeeld ziekenhuizen en de huisartsen, brengt dit grote risico’s met zich mee.
De Wee: ‘Verpleegzorg thuis is goedkoper dan in het verpleeghuis, maar cliënten betalen dan ook een lagere eigen bijdrage. Daarnaast wordt een deel van de besparing teniet gedaan omdat bepaalde kosten die binnen de Wet langdurige zorg (Wlz) worden bespaard, alsnog ergens ander worden gemaakt. Bijvoorbeeld omdat ouderen die zelfstandig wonen vaker en meer huurtoeslag aanvragen. Bovendien is het sterk afhankelijk van mantelzorg en passende woonvormen of er überhaupt een besparing is.’
Gevolgen van het huidige kabinetsbeleid
Door de sterke vergrijzing en de steeds krappere arbeidsmarkt, is het onvermijdelijk dat we voor de ouderenzorg een groter beroep doen op de burger zelf, mantelzorgers en de samenleving als geheel. Dat ouderen langer thuis wonen is onvermijdelijk. En in veel gevallen kan dat ook. Maar als er geen extra verpleeghuisplekken meer bij komen, woont in 2040 naar verwachting 75% van de ouderen met gevorderde dementie thuis.
De Wee: ‘Dit zijn zeer kwetsbare ouderen die veel toezicht en intensieve zorg nodig hebben. Een deel van die zorg is onplanbaar. Voor deze meest kwetsbare doelgroep moet er een plek in het verpleeghuis zijn als het thuis écht niet meer kan. We zien nu al dat de wachtlijst enorm toeneemt. Wat ActiZ betreft is het niet óf thuis óf in het verpleeghuis, maar juist én-én. We gaan graag met VWS in gesprek over de noodzakelijke stappen om de WOZO-beweging met de juiste randvoorwaarden te realiseren.’
We staan als samenleving voor een grote uitdaging. ActiZ blijft graag met betrokken partijen in gesprek hoe we die uitdaging gezamenlijk het beste aan kunnen.
Bron: ActiZ