Het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) evalueerde de gevolgen van het aan de voorkant sluiten van de sociale werkvoorzieningen.
Door de invoering van de Participatiewet en het geleidelijk verdwijnen van de sociale werkplaatsen, is de kans op een baan voor mensen met een beperking flink afgenomen. Dat concludeert het Sociaal Cultureel Planbureau in het rapport ‘Van sociale werkvoorziening naar Participatiewet’.
Het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) evalueerde de gevolgen van het aan de voorkant sluiten van de sociale werkvoorzieningen. Sinds 2014 worden daar geen nieuwe mensen meer aangenomen, waardoor de sociale werkvoorzieningen op den duur verdwijnen. Omdat ze veel geld kosten, maar ook vanuit de gedachte dat mensen met een beperking zoveel mogelijk moeten meedraaien op de reguliere arbeidsmarkt en daarmee meer deel uitmaken van de samenleving.
Kans op duurzaam werk afgenomen
Mensen die voor 2014 een Wsw-indicatie (Wet sociale werkvoorziening) zouden krijgen, vallen sindsdien onder de Participatiewet. Die verandering heeft grote, negatieve gevolgen. De kans op een baan voor de Wsw-doelgroep was 50%. Sinds de invoering van de Participatiewet is dat volgens het SCP nog maar 30%.
Niet alleen is de kans op een baan is afgenomen, de banen die er wel zijn, zijn minder duurzaam. Het gaat vaak om korte en tijdelijke contracten of loon dat met een uitkering moet worden aangevuld. Meer mensen met een arbeidsbeperking zijn daardoor afhankelijker geworden.
Beschut werk en banenafspraak
Met de alternatieven voor de sociale werkvoorzieningen, het beschut werk en de banenafspraak, komen nog veel te weinig mensen met een arbeidsbeperking aan het werk. Het bedrijfsleven haalt de doelstellingen van de banenafspraak, al verdient de duurzaamheid van de banen nog wel aandacht. De overheid daarentegen blijft ver achter. In 2017 werden nog geen 6500 van de beloofde 10.000 banen gerealiseerd.
Het streven om met de Participatiewet mensen met een beperking meer deel uit te laten maken van de samenleving is niet gehaald. Het tegenovergestelde is eerder het geval. Mensen die willen en kunnen werken zitten thuis en zijn afhankelijk van een uitkering. De overheid kan en mag niet langer achterblijven met het nakomen van de banenafspraak. Ook gemeenten moeten aan de bak. Zij zijn verantwoordelijk voor het beschut werk.
De sociale werkvoorzieningen werden gesloten voordat er een goed werkend alternatief beschikbaar was. De oude schoenen zijn weggegooid, voordat het nieuwe paar was gekocht. De grote groep mensen met een beperking die dolgraag aan het werk wil, is daar nu de dupe van.