Voor 2023 verwacht de NZa een tekort tussen de 125 miljoen euro en 339 miljoen euro
Op verzoek van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) een prognose gemaakt van het budget voor de langdurige zorg voor 2023. De uitgaven voor de langdurige zorg stijgen al jaren. Ook in februari vorig jaar gaf de NZa aan grote uitdagingen te zien voor de betaalbaarheid en organisatie van de Wet langdurige zorg (Wlz). Voor het komende jaar is weer de verwachting dat het Wlz-kader onvoldoende is.
Prognose kent een paar onzekerheden
Voor 2023 verwacht de NZa een tekort tussen de 125 miljoen euro en 339 miljoen euro. Met deze prognose spelen een paar onzekerheden mee, waaronder het vroege moment in het jaar waarop deze prognose wordt uitgebracht. Bovendien is nog onzeker hoe het aantal cliënten met een indicatie voor ggz-wonen zich zal ontwikkelen. In 2021 en 2022 was de sterke stijging cliënten met een indicatie voor ggz-wonen een verklaring voor de stijging van de kosten. In 2023 lijkt deze groei iets te stabiliseren.
Toekomstbestendige langdurige zorg
Gezien de stijgende kosten voor de Wlz zijn er meer stappen nodig om de langdurige zorg toegankelijk en betaalbaar te houden. Ook het komende jaar adviseert de NZa de minister van VWS over mogelijke stappen. Op dit moment stelt de NZa het advies op met betrekking tot het scheiden van wonen en zorg. Hierin gaan we onder andere in op de toekomstbestendigheid van de aanspraak op de Wlz. Daarnaast zijn wij in gesprek met onder meer het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) over de kansen die anders kijken naar indiceren voor de Wlz met zich meebrengt.
Bron: NZa