De cao VVT is de grootste cao van Nederland met ruim 470.000 medewerkers in de verpleging, verzorging en thuiszorg en jeugdgezondheidszorg
De Algemene Ledenvergadering van ActiZ heeft op 24 maart de cao-onderhandelingsdelegatie mandaat gegeven. Dit betekent dat ActiZ in gesprek kan gaan met vakbonden over de cao met het en het manifest ‘De medewerker op 1’ als uitgangspunt.
Cao VVT
De cao VVT is de grootste cao van Nederland met ruim 470.000 medewerkers in de verpleging, verzorging en thuiszorg en jeugdgezondheidszorg. De huidige cao is afgesloten begin 2022 en loopt door tot het eind van 2023. Sociale partners van de cao VVT zijn vakbonden FNV Zorg & Welzijn, CNV Zorg & Welzijn, NU’91 en FBZ en werkgeversorganisaties ActiZ en Zorgthuisnl.
Over ActiZ
ActiZ is de branchevereniging van 400 zorgorganisaties, die met bijna ruim 420.000 duizend medewerkers twee miljoen kwetsbare ouderen en chronisch zieken verplegen en verzorgen. Thuis, in het verpleeghuis en in verblijfsvoorzieningen tussen ziekenhuis en thuis in. ActiZ steunt het manifest 'De medewerker op 1'.
1 miljard euro nodig voor dichten loonkloof
Het is geen geheim dat ActiZ zich inspant voor een hoger salaris voor zorgmedewerkers. Naast compensatie voor inflatie is er structureel 1 miljard euro nodig om zorgmedewerkers in de ouderenzorg marktconform te belonen. Zorgmedewerkers verdienen op dit moment fors minder salaris ten opzichte van mensen met een vergelijkbaar opleidingsniveau in de publieke en commerciële sector. De gemiddelde loonkloof beslaat zo’n 7 procent tussen de markt en onze sector.
Niet alleen uit menselijk oogpunt, maar ook gezien het grote beroep dat we als samenleving op zorgmedewerkers doen, is het volgens ActiZ gerechtvaardigd dat de overheid investeert in meer loonruimte. Zorgorganisaties hebben ook meer en meer moeite om te concurreren met commerciële organisaties voor zorgpersoneel op de krappe arbeidsmarkt. In een tijd van algemene en aanhoudende schaarste als gevolg van de vergrijzende samenleving moet geconcurreerd worden om behoud en werving van medewerkers en is meer loonruimte van de overheid nodig.
Bron: ActiZ