De Wet Zorg en Dwang (WZD) is sinds 1 januari 2020 van kracht als opvolger van de Wet Bijzondere Opnemingen Zorginstellingen (BOPZ)

De Tweede Kamer wil verbeteringen aanbrengen in de Wet Zorg en Dwang. Afgelopen week is ingestemd met een reparatiewet om verbeteringen aan te brengen. ActiZ en tien andere partijen hebben ter voorbereiding van dit debat vijf verbetervoorstellen ingediend. Drie daarvan zijn aangenomen. De twee anderen worden door het ministerie van VWS onderzocht.

Evaluatie Wet Zorg en Dwang
De Wet Zorg en Dwang (WZD) is sinds 1 januari 2020 van kracht als opvolger van de Wet Bijzondere Opnemingen Zorginstellingen (BOPZ). De Wet Zorg en Dwang regelt de rechten bij onvrijwillige zorg of onvrijwillige opname van mensen met een verstandelijke beperking en mensen met een psychogeriatrische aandoening (zoals dementie). Er wordt gewerkt aan een evaluatie van de wet. In december dit jaar wordt een eerste deel van de evaluatie verwacht, het tweede deel van de evaluatie volgt halverwege 2022. De evaluatie kan aanleiding zijn tot verdere verbetering van de wet.  

ActiZ werkte bij de voorbereidingen op de wijzigingen samen met cliëntenorganisaties Ieder(in), KansPlus en LSR, de beroepsverenigingen V&VN, Verenso, NVAVG, NIP en NVO en de brancheorganisaties VGN en Zorgthuisnl. Hieronder wordt verder uitgelicht wat de verbeteringen concreet betekenen.

Externe deskundige wordt onafhankelijk deskundige
Eén van de voorstellen die ActiZ en de andere partijen in een gezamenlijke brief deelden, was een pleidooi dat de externe deskundige niet per se bij een andere zorgorganisatie werkzaam moet zijn. De Tweede Kamer was het ermee eens dat dit een belangrijke verbetering voor de uitvoerbaarheid van de wet is. De Kamer veranderde ‘externe deskundige’ in ‘onafhankelijk deskundige’. Dat betekent dat de deskundige die mede-oordeelt of gedwongen zorg aan de orde is wel bij dezelfde zorgorganisatie mag werken. Mits hij of zij geen rol speelt bij de zorg of behandeling van de cliënt. Cliënten houden altijd de mogelijkheid om te vragen om een adviseur vanuit een andere zorgorganisatie.  

Wet ook toegankelijk voor mensen met psychische stoornis
Daarnaast heeft de Tweede Kamer aangegeven dat cliënten met een psychische stoornis die zich verzetten tegen de gedwongen zorg die ze moeten krijgen, die zorg ook kunnen krijgen in een verpleeghuis of een locatie voor gehandi­captenzorg. Tot nu toe konden deze cliënten alleen in de geestelijke gezondheidszorg worden opgenomen. In de praktijk blijken sommige cliënten met een psychische stoornis beter op hun plek te zijn in de ouderenzorg of gehandicaptenzorg. Voor hen is dit een verbetering omdat in veel gevallen een gedwongen verhuizing naar een ggz-instelling dan niet meer nodig is.

Het beoordelen van onvrijwillige zorg wordt eenvoudiger
Verder is via een amendement vereenvoudigd hoe zorgverleners moeten beoordelen of onvrij­willige zorg, die in het zorgplan is opgenomen, in de praktijk ook echt kan worden uitgevoerd. De Tweede Kamer heeft deze beoordeling teruggebracht tot de twee vragen waar het uiteindelijk om gaat:

1). Is onvrijwillige zorgverlening in de gegeven omstandigheden nodig?

2). Kan wellicht in de gegeven omstandigheden worden volstaan met een minder ingrijpende vorm van onvrijwillige zorg?

Overplaatsing en informatie-uitwisseling
De veldpartijen hebben ook aangedrongen op een regeling van overplaatsing van cliënten van de geestelijke gezondheidszorg naar de ouderen- of gehandicaptenzorg (en andersom). Daarnaast is gevraagd of de regels duidelijker kunnen worden omtrent de informatie-uitwisseling bij de verlening van onvrijwillige zorg. Minister Van Ark gaat onderzoeken of dit mogelijk is. Bovendien heeft de minister toegezegd dat ze wil onderzoeken of een onderscheid gemaakt kan worden tussen de lichtere en zwaardere vormen van onvrijwillige zorg, zodat het stappenplan niet altijd integraal hoeft worden uitgevoerd.

Het wetsvoorstel wordt nu voorgelegd aan de Eerste Kamer. De reparatiewet treedt naar verwachting uiterlijk op 1 januari 2022 in werking.