De omvang van ongecontracteerde zorg blijft een punt van zorg

Zowel aanbieders als zorgverzekeraars kunnen stappen zetten om de contractering in de wijkverpleging te verbeteren. Dat blijkt uit onderzoek dat de Nederlandse Zorgautoriteit heeft laten doen waarom verzekeraars en aanbieders geen contract sluiten. Een van de redenen is dat aanbieders niet altijd goed op de hoogte zijn van de wet- en regelgeving en actuele ontwikkelingen in de sector. Daar kunnen de aanbieders zelf, maar ook verzekeraars zich voor inzetten.

De omvang van ongecontracteerde zorg blijft een punt van zorg. Dat betekent dat verzekeraars en aanbieders dan geen afspraken maken over de kwaliteit van de zorg en bijvoorbeeld de aanpak van wachttijden. Cliënten die naar een niet-gecontracteerde aanbieder gaan moeten mogelijk een deel van de kosten zelf betalen. Brancheorganisaties van aanbieders en verzekeraars hebben in het Hoofdlijnenakkoord Wijkverpleging afgesproken om ongecontracteerde zorg terug te dringen.

Uit het onderzoek van Consultancybureau Arteria blijkt dat geïnterviewde aanbieders het omzetplafond dat de verzekeraar biedt te laag vinden. Verzekeraars noemen het aanbod als struikelblok. Zij zeggen dat aanbieders niet voldoende zorg of niet voldoende innovatieve zorg bieden. De conclusies van Arteria komen overeen met die in onze Monitor Contractering Wijkverpleging 2019.

Aanbieders kunnen zich beter op de hoogte stellen van actuele ontwikkelingen in de sector en de wet- en regelgeving. Maar ook van de afspraken die hun brancheorganisaties maken. Verzekeraars kunnen aanbieders beter informeren door bijvoorbeeld regiobijeenkomsten te organiseren en uit te leggen wat zij onder innovatieve zorg verstaan. Daarnaast komen er in de wijkverpleging veel nieuwe aanbieders bij. Verzekeraars zijn niet verplicht met aanbieders een contract te sluiten. Signalen over mogelijke fraude zijn een goede reden om dat niet te doen.