Ieder(in) vraagt al langer aandacht voor de uitzichtloosheid van het bestaan van jongeren met een beperking

De Nationale ombudsman Reinier van Zutphen zegt dat wetten en regels van de overheid jongeren met een beperking in de weg zitten, waardoor zij veel risico lopen op langdurige financiële problemen. Zo is te lezen in het op 13 september verschenen rapport waar Ieder(in) inbreng voor heeft gedaan. Ieder(in) vraagt al langer aandacht voor de uitzichtloosheid van het bestaan van jongeren met een beperking.

De rol van de Nationale ombudsman
De Nationale ombudsman helpt mensen op weg als zij vastlopen bij de overheid. En ze starten zelf onderzoeken. Bijvoorbeeld als er veel klachten over een bepaald onderwerp zijn. De Nationale ombudsman is onafhankelijk. Overheden hechten veel waarde aan het oordeel van de ombudsman. Ze nemen bijna altijd adviezen over. Maar de ombudsman is geen rechter. De uitspraken zijn niet bindend, wat wil zeggen dat niemand zich eraan hoeft te houden.

Veel veranderd voor jongeren met een beperking
Volgens de ombudsman is er de afgelopen jaren voor jongeren met een beperking veel veranderd op het gebied van wet- en regelgeving. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat zij het financieel niet makkelijk hebben. Jongeren zitten daarbij op een kritiek punt in hun leven door de overgang van jeugd naar volwassenheid. De ombudsman maakte zich zorgen over de financiële redzaamheid van deze jongeren en is daarom dit onderzoek uit eigen beweging gestart.

Uitzichtloosheid van het bestaan
Ieder(in) vraagt al langer aandacht voor de uitzichtloze situatie waarin jongeren met een beperking verkeren. En sloeg de handen ineen met organisaties en vakbewegingen en schreef onder meer een manifest. Velen zitten vast in de Participatiewet zonder perspectief op een beter bestaan. Werken naast de uitkering leidt door ingewikkelde verrekeningen tot schulden en stress. En voor mensen met een medische urenbeperking is werken sowieso onvoldoende lonend.

Illya Soffer, directeur van Ieder(in), hield in juni 2022 dit betoog in de Tweede Kamer: Illya Soffer over uitzichtloosheid bij jongeren in participatiewet – YouTube

“Jongeren met een beperking of ziekte geven hun leven een onvoldoende. Een veel lager cijfer dan jongeren zonder beperking. Dat doen ze niet vanwege hun ziekte of beperking, maar vanwege de uitzichtloosheid. En de arbeidsmarkt helpt hen niet. En het is een misverstand om te denken dat er een bepaald type baan of regeling is waardoor deze groep dan wel aan het werk komt. Die groep is diverser dan mensen zonder beperking. En ze hebben aanpassingen nodig, begeleiding, ondersteuning, inkomensaanvullingen en in elk geval maatwerk en stabiliteit.”

Het rapport van de ombudsman
Volgens de ombudsman worden jongeren met een beperking geconfronteerd met ingewikkelde wetten, administratieve rompslomp, onzekere inkomsten en weinig toekomstperspectief. “Dit is niet eerlijk”, zegt Van Zutphen. “Wetten en regels moeten jongeren helpen en niet in de weg zitten.”

Samengevat ziet de ombudsman het volgende gebeuren: jongeren met een beperking kunnen nergens terecht. Organisaties wijzen naar elkaar en hebben zelf onvoldoende kennis in huis om jongeren te helpen. Dat komt door onwetendheid en ingewikkelde wet- en regelgeving.

Wie hulp nodig heeft, moet jaar in jaar uit veel gegevens verstrekken. Hulp uit eigen netwerk ontbreekt soms, en het lastige contact met de overheid zorgt ervoor dat het moeilijk hulp vragen is. Die hulp wordt overigens ook niet altijd goed gegeven.

Lees het hele artikel op nos.nl

Lees het artikel op de website van Trouw.

Wat voor aanbevelingen doet de Nationale ombudsman?

  1. Informeer jongeren proactief in begrijpelijke taal, al vóór de 18e verjaardag;
  2. Zorg voor persoonlijke begeleiding;
  3. Zorg dat werken van toegevoegde waarde is, ook in deeltijd;
  4. Zorg voor financiële zekerheid.

Lees hier het rapport “Meedoen zonder beperkingen” van de Nationale ombudsman.